Een dun laagje mist ligt over de zacht glooiende akkers rond de Poolse havenstad Szczecin. Grote boerenbedrijven strekken zich uit in het lege landschap. De boerderij van Edward Kosmal is tweehonderd hectare groot, vertelt hij terwijl hij koffie inschenkt. De besnorde landbouwvoorman van de invloedrijke vakbond Solidarność verbouwt suikerbieten en aardappels.

We ontmoeten elkaar in de felverlichte vergaderruimte van het National Agricultural Support Centre (NASC), een kwartiertje wandelen buiten het stadscentrum van Szczecin. Het gebouw ziet er oud en vermoeid uit. Er zitten scheuren in de buitenmuur, binnen hangen nostalgische foto’s van lang vervlogen landschappen aan de wand. ‘De EU zou zorgen voor gelijkheid en welvaart,’ zegt Kosmal op boze toon. ‘Maar het tegenovergestelde is gebeurd. Nu de grenzen open zijn, kopen buitenlandse bedrijven de landbouwgrond op terwijl Poolse boeren opeens rekening moeten houden met een wildgroei aan nieuwe regels.’

Er is veel veranderd sinds Polen in 2004 toetrad tot de Europese Unie. Poolse boeren kunnen hun producten nu verkopen in Duitsland of Denemarken en kunnen aanspraak maken op royale Europese landbouwsubsidies. Maar ze moeten zich ook houden aan productiequota, duurzaamheidseisen en waar nodig certificeringsprocedures doorlopen.

Wijn moet een zorgvuldig bepaalde hoeveelheid suiker bevatten en boter moet getest worden in een (volgens de verdragstekst) ‘lichtgekleurde testfaciliteit met niet reflecterende wanden’ op een ‘constante temperatuur van twaalf graden Celsius’.

Kosmal mept met een grote boerenhand op tafel: ‘Dat zijn eisen waaraan kleine boeren niet eens kúnnen voldoen. De meeste melk wordt daarom tegenwoordig geïmporteerd uit Duitsland. Ooit lagen in deze regio tientallen melkfabrieken maar die zijn allemaal verdwenen. Veertig procent van mijn inkomen bestaat uit subsidie terwijl ik volkomen overgeleverd ben aan de grillen van de wereldmarkt. En op die EU-subsidies waarvan Poolse boeren volledig afhankelijk zijn geraakt wil de Europese Commissie nu gaan bezuinigen.’

Een ‘puur en blank Polen’

Jarenlang sudderde de onrust op het Poolse platteland. Met regelmaat wierpen boze boeren wegblokkades op en organiseerden ze demonstraties. Ook Solidarność mengde zich actief in de acties. In de aanloop naar de met de EU afgesproken opheffing van het verbod op landverkoop aan buitenlandse bedrijven barstte de bom en eind 2015 kwam de anti-Europese rechtse partij Recht & Rechtvaardigheid (Prawo i Sprawiedliwość, ofwel PiS) aan de macht. Begin 2016 trokken duizenden tractors naar Warschau om de Poolse hoofdstad lam te leggen. Het was het grootste boerenprotest ooit. Het toen nog kersverse PiS-regime reageerde door Brussel te negeren en de geëiste liberalisering van de grondmarkt op te schorten.

De diplomatieke spanningen zijn inmiddels zo hoog opgelopen dat de Europese Commissie het stemrecht van de Polen in de Europese Raad wil opschorten.

Sindsdien heeft de regering geprobeerd de rechtsstaat in te perken en is er gemorreld aan de persvrijheid. Toen tijdens een onafhankelijkheidsmars in Warschau neonazistische groeperingen rookbommen lieten afgaan en om een ‘puur en blank Polen’ riepen, was dat volgens de Poolse van minister van Binnenlandse Zaken ‘een mooi gezicht’.

De diplomatieke spanningen zijn inmiddels zo hoog opgelopen dat de Europese Commissie het stemrecht van de Polen in de Europese Raad wil opschorten.

Kosmal plukt aan zijn snor en vist een formulier met provinciale landbouwgegevens uit zijn tas. In de hele regio liggen in totaal zo’n 28.000 boerderijen, wijst hij: ‘Buitenlandse bedrijven fokken hier biggen omdat ze dankzij de lage grondprijzen spotgoedkoop veevoer kunnen verbouwen. Daarna verdwijnen die dieren de grens over naar Duitsland of Denemarken. In onze eigen supermarkt is geen Pools voedsel meer te vinden en boeren kunnen niet meer rondkomen. Dat is allemaal de schuld van Brussel.’

Allerlei Europese regels

Secretaris-generaal Zofia Krzyżanowska wijst naar een grote kaart van Polen aan de muur van haar werkkamer in het Landbouwministerie: ‘Door de groeiende interesse van kapitaalkrachtige buitenlandse investeerders in de grond hier wordt het steeds lastiger om Pools landbouwland in Poolse handen te houden. Tegelijkertijd moeten boeren aan allerlei Europese regels voldoen en vinden ze het moeilijk om te overleven op de internationale markt. Bietentelers rond Szczecin hebben het bijvoorbeeld echt zwaar sinds de EU het productiequotum op suiker heeft afgeschaft.’

Vooral grotere boeren profiteren van de geldstroom vanuit Brussel, en de toegang tot de Europese binnenmarkt betekent dat de exportmogelijkheden voor Poolse boeren flink zijn gegroeid.

Maar Polen is wél de vijfde ontvanger van Europese landbouwsubsidies. Vooral grotere boeren als Kosmal profiteren van die geldstroom vanuit Brussel, en de toegang tot de Europese binnenmarkt betekent dat de exportmogelijkheden voor Poolse boeren flink zijn gegroeid ten opzichte van vroeger, benadrukt Krzyżanowska.

Achter haar bureau hangt een grote Poolse vlag met een witte adelaar. Al zeventien jaar werkt ze voor de overheid. Ze was viceminister, maakte deel uit van het Poolse onderhandelingsteam dat de EU-toetredingsovereenkomst ondertekende en is nu binnen het ministerie van Landbouw verantwoordelijk voor Europese zaken. ‘Ik zou wíllen dat we het Europese landbouwbeleid konden ondersteunen,’ zegt ze nadenkend. ‘Voor Poolse boeren biedt de Europese binnenmarkt legio mogelijkheden. Maar de bezuinigingen op de landbouw die de Europese Commissie nu voorstelt, zijn buiten elke proportie. Dat kunnen we aan Poolse boeren niet meer uitleggen.’

politiek pijnpunt

Het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) was, is en blijft een belangrijk beleidsdossier in Brussel. Ondanks eerdere bezuinigingen gaat nog steeds bijna veertig procent van het hele EU-budget naar landbouw.

Om boeren in het vroeger veel goedkopere Oost-Europa geen oneerlijk concurrentievoordeel te geven, ontvangen ze drie keer zo weinig geld vanuit Brussel als hun vakbroeders in Nederland of Duitsland.

Om de inkomstenderving die het gevolg is van de Britse uittreding te compenseren, moet de EU nu bezuinigen. Ook boeren zullen worden gekort.

Om boeren in het vroeger veel goedkopere Oost-Europa geen oneerlijk concurrentievoordeel te geven, ontvangen ze tot op de dag van vandaag drie keer zo weinig geld vanuit Brussel als hun vakbroeders in Nederland of Duitsland.

Krzyżanowska: ‘Die ongelijke behandeling is ondertussen een belangrijk politiek pijnpunt geworden. Als we in de Europese Raad aankaarten dat die landbouwsubsidies wel iets gelijker mogen worden, krijgen we direct de wind van voren, want door Brexit heeft de EU minder te besteden. Zodoende kunnen de subsidies aan Poolse boeren niet omhoog, maar landen als Nederland of Italië weigeren ook om de steun aan hun eigen landbouwsector af te bouwen.’

De diplomatieke leider van Oost-Europa

Polen is niet de enige lidstaat die de Brusselse krachtsverhoudingen recht wil trekken, en achter de schermen manifesteert Warschau zich steeds meer als de diplomatieke leider van Oost-Europa.

In het voorjaar van 2018 dienden de Polen samen met de drie Baltische landen een regeringsverklaring in om zich uit te spreken tegen de structureel ongelijke landbouwsubsidies in Europa. Binnen de Visegrád Group (een diplomatiek samenwerkingsverband tussen Tsjechië, Slowakije, Polen en Hongarije) werden de banden aangehaald en Warschau heeft met Hongarije afgesproken om elkaars standpunten te steunen bij stemmingen in de Europese Raad die unanimiteit vereisen. Zo willen ze voor Oost-Europa ongunstige besluitvorming kunnen blokkeren.

Protesterende Poolse boeren. Foto: Attila Husejnow/Getty Images

Tijdens de maandelijkse vergadering van de Europese Landbouwministers in Brussel hield de Poolse bewindsman Jan Ardanowski (PiS) zijn collega’s voor dat ‘de huidige nadruk op duurzaamheidseisen niet te verenigen is met de bezuinigingen en verdere liberalisering van het Europese handelsbeleid.’

Braziliaans kippenvlees

Sinds het aantreden van Donald Trump in Amerika doet de Europese Commissie hard haar best om zichzelf op de kaart te zetten als betrouwbare handelspartner. Er zijn inmiddels nieuwe handelsverdragen ondertekend met Japan, Canada, Mexico, Vietnam en gesprekken gestart met India, Australië en Nieuw-Zeeland. Ook de onderhandelingen met het Zuid-Amerikaanse handelsblok Mercosur (Mercado Común del Sur – Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) vorderen gestaag en zelfs de vastgelopen megahandelsdeal met de VS (TTIP) lijkt weer terug op de agenda.

Die beide overeenkomsten zouden interessante nieuwe exportmogelijkheden scheppen voor Europese dienstverleners en fabrikanten. Maar de Europese landbouwsector maakt zich grote zorgen over het handelsbeleid. Pluimveehouders vrezen te moeten gaan concurreren met Braziliaans kippenvlees waarmee regelmatig gefraudeerd blijkt te worden, graanboeren zijn bang voor genetisch gemanipuleerde mais uit de VS, rundveehouders voor goedkope Argentijnse biefstuk en bietenboeren voor suikerrietimport uit Brazilië.

‘Opeens moeten concurreren met goedkopere producten uit Zuid-Amerika is niet eerlijk tegenover onze eigen boeren,’ vertelt Zofia Krzyżanowska. ‘De discussie in Brussel zou moeten gaan over de vraag of een volledig vrije markt wel werkt en hoe we onze landbouw zouden kunnen beschermen.’

Geen rol van betekenis

Het platteland speelt in Oost-Europa economisch en electoraal een grotere rol dan in Nederland of Duitsland. Maar in het 1.300 pagina’s tellende toetredingsverdrag dat de regeringen van Polen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Letland, Estland, Litouwen, Malta, Hongarije en Cyprus in 2004 gezamenlijk ondertekenden, benoemt de EU het ‘herstructureren’ van kleine boerderijen al als expliciet beleidsdoel om de economieën van de nieuwe lidstaten geschikt te maken voor de Europese binnenmarkt.

Vorige regeringen en de (inmiddels electoraal gedecimeerde) boerenpartij Polskie Stronnictwo Ludowe (PSL) volgden die Brusselse lijn nauwgezet, vertelt Dorota Metera, die voor de organische certificeringsorganisatie Bioekspert werkt en lid is van de nieuwe ngo Living Earth Coalition. ‘De vorige regeringen in Polen waren uitgesproken liberaal en zetten vooral in op de ontwikkeling van grootschalige landbouw. Volgens zowel Brussel als Warschau spelen kleine boeren allang geen rol van betekenis meer in de economie.’

De al jaren borrelende onvrede op het platteland heeft populistisch rechts net het benodigde extra zetje gegeven om aan de macht te komen, zegt Metera.

De al jaren borrelende onvrede op het platteland heeft populistisch rechts net het benodigde extra zetje gegeven om aan de macht te komen, zegt Metera.

Begin 2019 laaiden de boerenprotesten weer op. Wegblokkades veroorzaakten kilometerslange files door het hele land. De boze boeren eisten actie van de regering tegen goedkope importproducten die over de eveneens door Europese handelsafspraken geopende grens met Oekraïne het land binnenstromen. Maar dit keer veroordeelde PiS de demonstraties van de boeren. Niet heel gek, als je bedenkt dat ook veel PiS-politici nauwe banden hebben met grote landbouwbedrijven die door hun omvang veel Europese subsidie binnenhalen en bij uitstek profiteren van de open grenzen.

‘Ik heb zelf niet zoveel met dat nationalisme van PiS,’ zegt Metera. ‘Ze hebben terecht de toenemende rurale armoede en werkloosheid op de agenda gezet. Maar veel van hen hebben zelf banden met de agrarische industrie. Zo worden de belangen van de kleine boeren nog steeds niet behartigd. Een sterke EU zou juist een beslissende rol kunnen spelen om de macht van zulke grote landbouwbedrijven te breken.’

Maar toen het Europese Parlement zich in mei 2018 uitsprak over het nieuwe landbouwbeleid van de Europese Commissie, onthielden de parlementariërs van PiS zich van stemming. Interviewverzoeken negeren ze.

Czesław Siekierski van de boerenpartij PSL is voorzitter van het parlementaire Landbouwcomité in Brussel en wil wel iets kwijt over de situatie. ‘De Poolse regering gebruikt de onvrede op het platteland om anti-Europese sentimenten op te stoken,’ schrijft hij in een e-mail. ‘Er bestaat veel steun voor EU-lidmaatschap in Polen en de interne markt heeft ons veel opgeleverd. Maar grote handelsovereenkomsten zoals de EU nu met Mercosur wil afsluiten, leiden tot oneerlijke concurrentie uit landen die niet dezelfde duurzaamheidsstandaarden respecteren als we van Europese boeren verlangen.’

Wormen

Samen met zijn vrouw Iwona woont Janusz Sliczny in een kleine boerderij in Kamienisko, in de heuvels van Zuid-Polen. Het landschap glooit, de kerkjes zijn oud en de boerderijen klein. Lange wegen doorsnijden uitgestrekte bossen en in blokhutten langs de weg wordt bietensoep of pierogi met gebakken ui geserveerd. Hun boerderijtje stamt uit 1933, vertelt het echtpaar bladerend in een fotoboek. Hij heeft een grote grijze snor en twinkelogen, zij een lange blonde vlecht.

‘Als kleine boerderij moeten wij van Brussel aan exact dezelfde eisen voldoen als een groot molenaarsbedrijf.’

Op hun tien hectare land telen ze bieten, aardappelen, wortelen en graan. Tot niet zo lang geleden produceerden ze zelf havervlokken en meel, maar daar zijn ze mee gestopt, vertelt Sliczny terwijl hij de deur van een schuurtje openduwt. In de hoek staan groene machines, de vloer is bedekt met een dun laagje meel. De kosten voor de verplichte EU-duurzaamheidscertificaten stegen zo hard dat meel malen en havermout produceren niet meer loonde.

‘Er zijn heel veel Europese regels waar boeren zich aan moeten houden,’ verzucht hij. ‘En de Poolse wet verandert ook om de haverklap. Als kleine boerderij moeten wij van Brussel aan exact dezelfde eisen voldoen als een groot molenaarsbedrijf. De investeringen die daarvoor nodig zijn, kunnen we nooit terugverdienen met onze kleine boerderijwinkel.’

Ieder jaar ontvangt het echtpaar tweeduizend euro aan Europese landbouwsubsidie: 200 euro per hectare. Om rond te komen hebben ze allebei werk naast het boerenbedrijf. Een grasveldje beneden aan de heuvel verhuren ze in de zomer aan kamperende toeristen en ze geven les aan studenten van de lokale landbouwschool. ‘Ik ben absoluut niet tegen Europa,’ zegt Sliczny. ‘Ik vind het juist goed als er centrale regels komen om de landbouw te verduurzamen. Daarvoor is de EU uitermate geschikt.’

Een kraakheldere nacht valt over het stille heuvellandschap. ‘Veel van mijn buren hebben besloten geld te lenen bij de bank en hun bedrijf uit te breiden zodat ze grootschaliger en efficiënter kunnen produceren. Maar ik heb daar geen zin in. Ik ben gelukkig op mijn kleine boerderij. De vogels vliegen af en aan, er zijn genoeg insecten en de bodem is kerngezond. De mooiste dagen zijn als ik in de grond kan graven en de wormen tel. Maar volgens de huidige Europese regelgeving mogen we niet eens meer meel malen op onze eigen boerderij. Dan moet je niet raar opkijken als mensen boos worden.’