Sinds de Duitse bezetting was Nederland niet meer zo eensgezind als tijdens de eerste weken van de coronacrisis. Terwijl zorgpersoneel en mensen met andere vitale beroepen overuren draaiden om de slachtoffers van de pandemie zo goed mogelijk te helpen, telden miljoenen anderen thuis geduldig de dagen, weken en maanden die we nodig hadden om de verspreiding van het virus in te dammen. In de tussentijd sleutelde het kabinet − met de steun van vrijwel de hele oppositie − binnen mum van tijd een steunpakket in elkaar om zoveel mogelijk bedrijven en banen te redden van een zeker faillissement.

De eerste resultaten van die gezamenlijke aanpak zijn hoopgevend. Het aantal ziekte- en sterfgevallen is drastisch afgenomen. Vele tienduizenden bedrijven hebben het hoofd gedurende de lockdown boven water weten te houden dankzij de reddingsboei die het kabinet hen toewierp. En mensen die werkloos thuis zaten, hebben hun inkomen tot nu toe kunnen behouden. Liefst één op de vier werknemers...