In interne mailwisselingen binnen de FNV wordt een afbeelding doorgestuurd die sterke gelijkenissen toont met de krijgshaftige beeldtaal van de Sovjets uit de jaren dertig. Met één verschil. Op de plek waar je de vroegere Secretaris-Generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie zou verwachten, Jozef Stalin, prijkt nu de beeltenis van de huidige Algemeen Secretaris van de FNV, Bart Plaatje.
De begeleidende tekst in de mail tekent de cultuur van ondermijning en onderling wantrouwen die zich meester heeft gemaakt van de hoogste bestuurskringen van de vakbond. Plaatje verdenkt FNV-voorzitter Tuur Elzinga ervan een pamflet te verspreiden met de beschreven afbeelding en een aantal ernstige beschuldigingen aan het adres van Plaatje, waaronder chantage van de voorzitter, ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’, openlijke bewondering voor Stalin, het verspreiden van ‘nepgeruchten’ en het gebruik van ‘zwarte magie’ om het Ledenparlement van de FNV te beïnvloeden.
Met name de beïnvloeding van het Ledenparlement houdt de gemoederen binnen de grootste vakbond van Nederland nu al weken in zijn greep. Op weg naar de verkiezing van een nieuw bestuur, verklaren drie onafhankelijke bronnen tegenover Vrij Nederland dat Plaatje in het Ledenparlement van FNV – het hoogste orgaan binnen de vakbeweging – de verkiezingen voor het nieuwe bestuur probeert te manipuleren.
De interne vakbond FNV Personeel eiste eerder al het aftreden van het gehele bestuur en uitstel van de verkiezingen tot na het lopende onderzoek door de Raad van Toezicht. De voorzitter van de sectorraad FNV Overheid Peter Blanker spreekt in een intern manifest van ‘samenspanningen’ tussen delen van het bestuur en het Ledenparlement. Over de verkiezingen schrijft hij: ‘Van een democratisch verkiezingsproces is geen sprake, kandidaten worden onnodig beschadigd. Er is geen sprake van een gelijk speelveld en veel relevante informatie is nog niet beschikbaar.’
Blanker eist namens zijn sectorraad dat zowel het Ledenparlement, het Dagelijks Bestuur, het Algemeen Bestuur als de Raad van Toezicht tijdelijk buiten werking worden gesteld. FNV Overheid geldt met bijna 130.000 leden als een van de machtigste afdelingen binnen de FNV. In het manifest zinspeelt Blanker op het opblazen van de FNV zoals we die nu kennen.
De passage over de ‘samenspanningen’ tussen delen van het bestuur en delen van het Ledenparlement kan maar om één man draaien: Bart Plaatje.
Hoe heeft het zover kunnen komen?
Wil je meer lezen?
Dit verhaal krijg van je van ons cadeau. Wil je onbeperkt toegang tot alle verhalen, analyses, columns en onderzoeken van Vrij Nederland? Meld je dan hier aan.
IJzeren greep
Voor de radicale vleugel in het Ledenparlement van de FNV leek Bart Plaatje bij de interne verkiezingen in juni 2021 een ideale kandidaat als nieuwe Algemeen Secretaris. Als voormalig heftruckchauffeur en organiser in Drenthe had hij binnen de vakbeweging naam gemaakt met succesvolle stakingen in de metaal, de autobranche en de schoonmaak in de noordelijke provincies, en met zijn inzet tegen de uitbuiting van arbeidsmigranten door de ‘cowboys’ van malafide uitzendbureaus.
Als mens paste hij perfect bij de strijdbare achterban: joviaal, direct, grofgebekt, met een tomeloze inzet, niet tot slappe compromissen bereid. RTV Noord omschreef hem in 2021 als ‘een straatvechter die als hij het nodig vindt de asbakken door de kamer smijt.’
Een reputatie als keiharde onderhandelaar alleen is niet voldoende voor een stoeltje in het hoogste bestuur van FNV. Voordat een FNV’er in aanmerking komt voor een bestuursfunctie, wordt diens kandidatuur gewogen door een onafhankelijke toetsingscommissie. Plaatje diende een sollicitatiebrief in van slechts een paar regels in krom Nederlands, waarop de commissie zijn kandidatuur terzijde schoof.
Plaatje vond een geitenpaadje. Kandidaten met voldoende interne rugdekking kunnen toch aanspraak maken op een bestuursfunctie. Op voordracht van het machtige Ledenparlement kwam hij alsnog door de selectie. Onder luid applaus werd Plaatje in 2021 geïnstalleerd als Algemeen Secretaris van het nieuwe bestuur.
Inmiddels ziet de wereld er heel anders uit voor Bart Plaatje. Na berichten over een lastercampagne tegen vicevoorzitter Zakaria Boufangacha, die zich kandidaat heeft gesteld voor het voorzitterschap bij de komende interne verkiezingen, werd de FNV de afgelopen weken in een diepe bestuurscrisis gestort. Zoals Vrij Nederland eerder deze week onthulde, verspreidde ook de Algemeen Secretaris belastende berichten over zijn collega-bestuurder. Maar nu ligt Plaatje zelf zwaar onder vuur binnen de vakbeweging.
Als Algemeen Secretaris richtte Plaatje vanaf het begin een groot deel van zijn aandacht op het Ledenparlement, het hoogste orgaan van de FNV, waarin ruim honderd vertegenwoordigers van sectoren, van Metaal tot Schoonmaak, en van de kleinere bonden zitting hebben.
Vriend en vijand identificeren Plaatje als de man die doorzag hoe invloedrijk het Ledenparlement statutair is. En belangrijker, hij begreep hoe ondergewaardeerd veel vertegenwoordigers zich voelden. ‘Het Ledenparlement is de meest seniore praatclub’, zegt een betrokkene die niet bij naam wil worden genoemd. ‘Veel FNV’ers deden hier een beetje lacherig over, maar Plaatje gaf de leden van het parlement vanaf het begin alle aandacht. Het heeft hem veel goodwill opgeleverd.’
Maar de methode-Plaatje ging verder dan het geven van aandacht alleen.
Als vakbondsman in de noordelijke provincies had Plaatje een reputatie gevestigd als effectief organizer. Met deze uit Amerika overgewaaide tactiek, bedoeld om werknemers vanaf de werkvloer te mobiliseren, wist de vakbond de afgelopen vijftien jaar in tal van sectoren machtige coalities van werknemers te smeden, om zo de druk op werkgevers tijdens onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden maximaal op te voeren.
Eenmaal verkozen tot Algemeen Secretaris paste Plaatje deze methode volgens ingewijden ook op het Ledenparlement van de vakbond toe. Geheel volgens het handboek van de organizers bracht hij minutieus de opvattingen, belangen en persoonlijke voorkeuren van de leden van het parlement in kaart. Hij identificeerde de twijfelaars, de gefrustreerden en de informele leiders.
Al die informatie werd vervolgens besproken in een informeel groepje vertrouwelingen onder leiding van Plaatje, dat tot ‘Commissie Stiekem’ werd gedoopt. Zo groeide de afgelopen jaren gestaag zijn invloed op de besluitvorming van het Ledenparlement.
Plaatje heeft volgens insiders inmiddels een ijzeren greep op het Ledenparlement. Meerdere bronnen verklaren zelfs tegenover Vrij Nederland dat Plaatje in de aanloop naar de interne verkiezingen verschillende vakbondsmensen heeft benaderd met de vraag of ze bereid zouden zijn zich kandidaat te stellen voor het bestuur. Zenuwachtig hoefden ze niet te zijn. Met Plaatje aan hun zijde, zouden ze verzekerd zijn van de steun van een meerderheid van het Ledenparlement.
Critici binnen de vakbond zien de bemoeienis van Plaatje met de verkiezingen als een regelrechte poging tot manipulatie van de verenigingsdemocratie. Een betrokkene omschrijft het machtsspel van Plaatje als ‘House of Cards voor amateurs’.
Slagkracht
De verharding van het activisme binnen het Ledenparlement, aangevuurd door Plaatje, ging de afgelopen jaren hand in hand met een daaraan verwante ontwikkeling: de toenemende macht van het Ledenparlement ten opzichte van het bestuur en de werkorganisatie. Bij de grote structuurwijziging van de FNV die in 2012 en 2013 onder tijdelijk voorzitter Ton Heerts tot stand kwam, en waarbij de grote bonden zoals Abvakabo en Bondgenoten fuseerden tot een ongedeelde FNV waarin alleen de kleinere bonden hun zelfstandigheid behielden, was het de bedoeling dat de macht van de grote bonden zou worden gebroken. De leden zouden meer inspraak krijgen via het nieuwe, democratisch gekozen Ledenparlement. Zo zou de FNV meer aansluiting vinden bij de samenleving, en meer gezamenlijke slagkracht kunnen ontwikkelen in een tijd van afkalvende ledentallen.
Maar in Vrij Nederland waarschuwden critici in het jaar van de structuurwijziging al voor te hoge verwachtingen. Binnen de vakbeweging leidde niet alleen de organisatorische vernieuwing tot grote spanningen, maar ook de richtingenstrijd tussen de gematigde en de radicale vleugel, die de wind in de zeilen kreeg door de opkomst van de SP. Niet voor niets liet toenmalig SP-Kamerlid Paul Ulenbelt zich tegenover Vrij Nederland ontvallen: ‘De bobo’s in de vakbonden hebben veel te lang hun gang kunnen gaan. Nu krijgen de leden het eindelijk weer voor het zeggen.’
Ton Heerts, die er tijdens zijn eerste vergaderingen met het ledenparlement op hamerde dat ‘polderen en folderen’ wel degelijk samen konden gaan, verklaarde in Vrij Nederland te hopen dat door de instelling van het Ledenparlement de radicale en de gematigde stroming in de vakbeweging ‘met elkaar in balans’ zouden komen. Maar volgens critici was dat ijdele hoop. ‘Een structuurwijziging zal nooit de oplossing zijn voor de richtingenstrijd,’ zei Jaap Smit, toenmalig voorzitter van vakbond CNV. ‘Het verschil in opvattingen blijft bestaan.’
Het zouden profetische woorden blijken.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat het Ledenparlement vier keer per jaar, misschien iets vaker, bijeen zou komen en de grote lijnen van het beleid zou bewaken. Maar in het afgelopen decennium trok het parlement steeds meer bezigheden naar zich toe. Over tal van zaken die voorheen aan het bestuur en de werkorganisatie werden overgelaten, moesten besluiten in het parlement worden genomen. Dit na eindeloze vergaderingen waarbij de gemoederen hoog opliepen tussen de gematigde en de radicale vleugel.
In 2019 stelde een onderzoekscommissie in het rapport ‘Governance die knelt’ dat het de FNV niet lukte de ‘gewenste slagkracht’ te ontwikkelen, dat taken en bevoegdheden niet werden nageleefd door het bestuur, dat de sectoren zich onvoldoende vertegenwoordigd voelden, dat het ledenparlement te veel vergaderde over zaken die niet op de agenda thuishoorden, en dat het slechte functioneren van de governance – het bestuur en de zeggenschap – een cultuur van wantrouwen in de organisatie versterkte.
Met de aanbevelingen van de commissie om tot een cultuurverandering te komen – waaronder het voorstel om e-mails met ‘ongewenste omgangsvormen’ niet meer in behandeling te nemen maar door te sturen naar een meldpunt – werd vrijwel niets gedaan. Het onderzoeksbureau bood nog aan de implementatie te begeleiden, maar daar werd geen gehoor aan gegeven. De FNV werd in beslag genomen door de verkiezing van een nieuwe voorzitter en een nieuw bestuur, het bestuur dus waarin Bart Plaatje werd gekozen, onder voorzitterschap van Tuur Elzinga.
De laatste jaren vertoonde het bestuur nog steeds de bedenkelijke cultuur die in het onderzoeksrapport uit 2019 aan de kaak werd gesteld: van het naleven van de bevoegdheden door het bestuur kwam weinig terecht, met tanend vertrouwen in de organisatie tot gevolg.
In die stuurloze situatie greep het onderlinge wantrouwen binnen de bond om zich heen en kwam het tot een niets ontziende machtsstrijd in de aanloop naar de nieuwe voorzittersverkiezingen, compleet met ongefundeerde verdachtmakingen. Zo belandde de FNV in een diepe bestuurscrisis.
Nu het eigen personeel eist dat het bestuur binnen twee weken terugtreedt en de invloedrijke Sectorraad Overheid zelfs eist dat ook het Ledenparlement tijdelijk buiten werking wordt gesteld, zit er voor Tuur Elzinga, Bart Plaatje en de andere bestuursleden weinig anders op dan af te treden. Alleen zou het een illusie zijn te denken dat het probleem daarmee is opgelost, want ieder nieuw bestuur krijgt weer te maken met de hardnekkige richtingenstrijd in het Ledenparlement en het broeiende wantrouwen binnen de organisatie.
Tot dusverre kent de strijd om het voorzitterschap van de FNV alleen maar verliezers. En de grootste verliezer is, treurig genoeg, de vakbeweging zelf.
Dit artikel kwam tot stand op grond van een reeks achtergrondgesprekken in en rond het FNV-bestuur en een groot aantal interne documenten. Bart Plaatje wilde geen commentaar geven, hij wacht het onderzoek door de Raad van Toezicht naar de verdachtmakingen af.