Liever luisteren? Blendle heeft dit verhaal ingesproken.

‘Wat deed jij 21 februari in Duitsland? En wat deed jij bij Club Pelikaan in Almere?’ Zijn klas heeft veel vragen over de locatiegegevens van de dertienjarige medeleerling Justin, die in het kader van de datales vrijwillig heeft ingelogd op zijn Google-account op het grote scherm in de klas.

‘Het is niet fijn dat iedereen nu weet waar ik overal ben geweest,’ zegt de dertienjarige scholier naderhand.

Op een middelbare school in Dieren, aan de voet van de Posbank op de Veluwe, geeft docent Bas van der Gaag naast wiskunde ook regelmatig datalessen. Op dinsdagochtend om tien over negen, in het tweede lesuur, staat hij voor een klas van dertien- en veertienjarigen. De eerste helft van de les gaat het om bewustwording, geïllustreerd met de locatiegegevens van verschillende leerlingen.

Bij een vorige datales bleek uit de Google-gegevens van een leerling dat hij tijdens een toets niet ziek thuis zat, zoals hij had gezegd, maar een pizza had gehaald bij de nieuwe Domino’s in het dorp.

 

Dat kan soms pijnlijke waarheden opleveren. Bij een vorige datales bleek uit de Google-gegevens van een leerling dat hij tijdens een toets niet ziek thuis zat – terwijl hij zich wel ziek had gemeld – maar een pizza had gehaald bij de nieuwe Domino’s in het dorp. Hij had gespijbeld, zo bleek. ‘Toen vond hij het allemaal niet zo grappig meer!’ lacht Van der Gaag. Bewustwording is de eerste stap.

De tweede stap is dataweerbaarheid. ‘Via bluetooth en openbare wifinetwerken kan je heel makkelijk gehackt worden,’ legt Van der Gaag uit. ‘Je moet er daarom voor zorgen dat niemand zomaar verbinding met je kan maken. En op een openbaar wifinetwerk zonder wachtwoord moet je altijd een VPN (een virtual private network, een veilige verbinding dus, red.) gebruiken.’

Meneer van der Gaag, zoals de leerlingen hem noemen, neemt ze stap voor stap mee langs de snelste en effectiefste manieren in de instellingen van zowel Android als iOS van Apple om hun data te beschermen.

Lees ookHoe meer een bedrijf van jou weet, hoe makkelijker je te manipuleren bent2 juli 2019
Slikken of stikken

Voorlichting en training in databewustwording en -weerbaarheid is een belangrijk onderdeel in de strijd van de Nederlandse Datavakbond, opgericht door Van der Gaag en Reinier Tromp, datajournalist bij De Correspondent. De Datavakbond moet een collectieve tegenmacht vormen voor grote partijen als Google, Facebook, Amazon en anderen.

Het idee van een Datavakbond is bedacht door Glen Weyl, politiek econoom bij Princeton University, activist en hoofdonderzoeker bij Microsoft. Datavakbonden zijn volgens Weyl nodig omdat de waarde van platformbedrijven wordt geproduceerd door ons, internetgebruikers, zonder dat we daar voor betaald worden. Laat staan dat we enige inspraak hebben in de manier waarop zij omgaan met onze data, onze privacy, onze online levens, onze democratieën.

‘We hebben nieuwe organisaties nodig die ervoor zorgen dat wij, individuen, niet machteloos staan tegenover de gigantische monopoliemacht van deze platforms. We hebben organisaties als datavakbonden nodig die namens ons kunnen onderhandelen,’ betoogt Weyl.

Als individu kun je weinig doen tegen bedrijven met digitale monopolyposities waarvan we inmiddels eng afhankelijk zijn geworden.

Ook de Nederlandse Datavakbond, de tweede ter wereld, is opgericht om een vuist te kunnen maken tegen grote digitale platformen met monopolieposities. ‘Tegenwoordig is het slikken of stikken. Of je accepteert de voorwaarden die bedrijven je voorleggen, of je krijgt geen toegang tot hun platformen,’ legt Van der Gaag uit. Als individu kun je weinig doen tegen deze bedrijven waarvan we inmiddels eng afhankelijk zijn geworden. De Datavakbond wil daarom internetgebruikers verenigen om een plaats aan de onderhandelingstafel te krijgen en collectief voorwaarden te kunnen stellen.

Minister van Digitalisering en Privacy

De oude vakbonden kampen al jaren met teruglopende ledenaantallen en mensen lijken maar moeilijk aangespoord te kunnen worden om zich te bekommeren om abstracte aangelegenheden als privacy en data. Is er genoeg animo voor zoiets abstracts als data en tegelijkertijd zoiets ouderwets als een vakbond?

‘We hebben sinds de oprichting in 2018 vooral op de rem moeten trappen. We groeiden veel te snel. Zonder dat we actief aan het werven waren, waren er te veel mensen die zich aanmeldden om te helpen. Onze organisatie kon dat nauwelijks bijbenen,’ vertelt medeoprichter Reinier Tromp in een theebar op de Jan Evertsenstraat in Amsterdam. De afgelopen maanden stonden daarom volledig in het teken van het opbouwen en uitbreiden van een gedegen organisatie, klaar voor toekomstige groei. Want groeiambities hebben ze bij de Datavakbond zeker. Inmiddels hebben ze bijna tweeduizend leden. ‘Maar als we vijf miljoen leden hebben, is de kans groter dat een bedrijf als Google daadwerkelijk naar onze eisen luistert.’

De beoogde doelgroep van de Datavakbond? ‘Álle internetgebruikers in Europa.’ Alle tweehonderd miljoen.

Dergelijke aantallen zijn zeker niet te hoog gegrepen, zo lijkt. Want niet alleen nerds zijn bezig met veiligheid en autonomie in de online wereld, denkt bestuurslid van de Datavakbond Laura Vermeulen. ‘Heel veel mensen vinden dit belangrijk. Kijk eens naar het sleepwetreferendum, waar ruim 300.000 handtekeningen voor zijn verzameld. Dat betekent niet dat al die mensen digitariër willen worden, maar het betekent wel dat burgers van beleidsmakers verlangen dat er iets gebeurt. Idealiter zouden we een grote internationale organisatie zijn die bij de Verenigde Naties spreekt, bijvoorbeeld. Er zou natuurlijk ook gewoon een minister van Digitalisering en Privacy moeten zijn.’ De beoogde doelgroep van de Datavakbond? ‘Álle internetgebruikers in Europa.’ Alle tweehonderd miljoen.

Geen revolutionairen

Terwijl buiten de cafégangers op de Nieuwmarkt in Amsterdam het weekend inluiden, zit binnen, hoog in de toren van de Waag Society, een volle zaal met ruim zestig leden van de Datavakbond. Van tech-savvy twintigers met roze en blauw geverfde haren tot grijze zeventigplussers: iedereen hier maakt zich zorgen om Big Data.

In de Waag kwamen vanaf de zestiende eeuw de Gildes bijeen – het is een historische locatie met symbolische waarde voor deze vakbond van de eenentwintigste eeuw. De toon is strijdbaar, met veel rumoer in de zaal en een actief betrokken publiek.

De Occupy-bewegingen, Black Lives Matter en Alexandria-Ocasio Cortez zouden niet hun uiteindelijke succes hebben behaald zonder Facebook, Twitter en Instagram.

Ondanks de strijdbaarheid lijken de leden van de Datavakbond geen revolutionairen die het hele systeem omver willen werpen: links van mij iemand die nog snel gastspreker Aleid Wolfsen (hoofd van de Autoriteit Persoonsgegevens) googelt; rechts van mij iemand die door zijn Facebook-tijdlijn scrolt tijdens een technische uitweiding.

Een kritische opstelling betekent niet automatisch een totale verwerping van deze platforms die ook duidelijke voordelen hebben. De Occupy-bewegingen, Black Lives Matter en Alexandria-Ocasio Cortez zouden niet hun uiteindelijke succes hebben behaald zonder Facebook, Twitter en Instagram. Bovendien zouden veel mensen zich geen luie avond zonder Netflix meer kunnen voorstellen.

Brandstof voor de platformsamenleving

Macht in de online wereld is van steeds groter belang. ‘In toenemende mate,’ schrijft Nathan Schneider, journalist en hoogleraar mediastudies aan de University of Colorado Boulder, ‘wordt de online economie de economie – de manier waarop meer en meer van ons banen, relaties en huizen vinden.’

Een soortgelijke conclusie wordt getrokken in De platformsamenleving: strijd om publieke waarden in een online wereld, van voormalig KNAW-directeur José van Dijck, Thomas Poell en Martijn de Waal. De samenleving wordt diepgaand beïnvloed door het snel veranderende online landschap van platformen in uiteenlopende sectoren.

Niet alleen de manier waarop we consumeren en produceren, maar ook publieke functies als gezondheidszorg, journalistiek, het bank- en verzekeringswezen en het onderwijs veranderen door de komst van onlineplatformen. Steeds meer scholen maken bijvoorbeeld voor weinig geld gebruik van Google Education, een digitaal pakket aan programma’s voor leraar en leerling, in ruil voor hun kostbare en privacygevoelige data.

‘Data zijn voor deze eeuw wat olie was voor de laatste: aanjager van groei en verandering.’

De brandstof voor de platformsamenleving wordt gevormd door (gebruikers)data. ‘Data zijn voor deze eeuw wat olie was voor de laatste: een aanjager van groei en verandering,’ aldus het liberale zakenblad The Economist. Zonder Big Data geen kunstmatige intelligentie, geen internet of things – geen van de grootse beloftes van de huidige informatietechnologie.

Met behulp van Big Data kan bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie soms eerder dan een dokter ziekte voorspellen. Wat betekent dit voor het solidariteitsprincipe bij zorgverzekeringen nu Big Data-bedrijven als Amazon zich op de gezondheidszorg en zorgverzekeringen storten? Wanneer Amazon al een jaar van tevoren een mogelijke ziekte kan voorspellen op basis van jouw online data, hoe groot is dan de kans dat ze jou willen verzekeren?

Een kleine groep mensen in de maatschappij probeert op individuele basis al zeggenschap over de eigen data terug te krijgen. Deze zogenaamde ‘digitariërs’ delen alleen data als het echt niet anders kan. Voor de rest proberen ze hun online-aanwezigheid tot een minimum te beperken.

Financiële compensatie

Voor Databondbestuurslid Laura Vermeulen was het een stuk makkelijker om vegetariër te worden dan digitariër, vertelt ze in een café aan de Oudegracht in Utrecht, waar ik met haar en medeoprichter Bas van der Gaag heb afgesproken. ‘En ik verzet me er ook tegen dat individuele burgers zich de hele tijd zouden moeten gaan beschermen. Je zou gewoon relaxt je telefoon moeten kunnen gebruiken. Het zou zo geregeld moeten zijn dat er überhaupt niets met je data wordt gedaan als je dat niet wilt.’

‘Gebruiksgemak en privacy zouden niet automatisch tegengesteld moeten zijn, ze zouden gewoon samen moeten kunnen gaan.’

De Datavakbond is er om internetgebruikers handelingsperspectief te bieden, vertelt Vermeulen. ‘We willen Nederlanders meer perspectief geven dan alleen maar de stekker eruit te kunnen halen. Want dat is eigenlijk het enige dat je nu kunt doen: je laptop uit het raam gooien. Gebruiksgemak en privacy zouden niet automatisch tegengesteld moeten zijn, ze zouden gewoon samen moeten kunnen gaan.’

Waarmee onderscheidt de Datavakbond zich van organisaties als Bits of Freedom en Privacy First? ‘Dat zijn meer onderzoekers, wetenschappelijke instituten,’ zegt Vermeulen. ‘Ze zijn wel bezig met deze onderwerpen, maar meer in een neutrale, adviserende rol.’ Van der Gaag: ‘Het belangrijkste onderscheid is dat ze geen actieve leden hebben, terwijl wij echt voor en door de mensen zijn. We zijn een grote groep vrijwilligers en we hebben zoveel mogelijk leden nodig, net als een vakbond.’

En net als andere vakbonden wil de Datavakbond met concrete acties grote partijen als Google in beweging brengen. Zo willen ze meet-ups en protesten in de publieke ruimte organiseren en een maandelijkse nieuwsbrief verspreiden die mensen informeert, bewust en weerbaar maakt.

De Datavakbond is democratisch georganiseerd. ‘Mensen kunnen zelf bijdragen,’ zegt Vermeulen, ‘en acties bedenken en daarmee aan de slag gaan.’

Het uiteindelijke doel van de acties is genoeg invloed te krijgen om aan te kunnen schuiven bij het digitale bedrijfsleven en te onderhandelen over wat er met de data van gebruikers gebeurt. Transparantie, zeggenschap en in de verre toekomst wellicht zelfs financiële compensatie voor het gebruik van de data van internetgebruikers zijn de uiteindelijke doelen.

Zand in de tandwielen van Facebook

Een van de belangrijkste pressiemiddelen die de Datavakbond in handen zegt te hebben, is de datastaking. Op de dag van een datastaking wordt met zelf-ontwikkelde software alle data van deelnemers ofwel volledig verborgen gehouden, ofwel gefaket. Zand in de tandwielen van Facebook strooien, noemen ze dat bij de Datavakbond.

‘In het begin zal het vooral om ludieke acties gaan,’ zegt Van der Gaag. Zo zou de locatie van alle deelnemers op het hoofdkantoor van Facebook in Menlo Park, Californië gezet kunnen worden, zodat het lijkt alsof daar opeens tienduizenden of zelfs miljoenen demonstranten voor de deur staan. ‘Maar in de loop van de tijd hopen we de data-verzameling van sociale media als Facebook significant te gaan disrupten.’ Data is immers hun volledige verdienmodel.

‘Het bedrijfsleven heeft bezit genomen van de digitale samenleving. De overheid is zelf ook afhankelijk geworden van de diensten van het digitale bedrijfsleven.’

Kunnen burgers niet gewoon overstappen op alternatieve platformen die wél privacy beschermen? Van der Gaag: ‘Is het in principe mogelijk voor burgers om over te stappen? Ja. Gaat het gebeuren? Nee. Er zijn inderdaad platforms die decentraal en open source zijn, zoals communicatieplatform Signal. Maar daar stapt bijna niemand op over.’

Dat komt door het ‘netwerkeffect’. Mensen stappen niet over op andere platforms omdat iedereen nu eenmaal op de dominante zit, zoals Facebook en Google. Vrienden laten overstappen van WhatsApp naar Signal is voor velen onmogelijk gebleken. Daar komt bij: wanneer een nieuw platform een te grote bedreiging begint te vormen, kopen de groten ze gewoon op. Zo kocht Facebook de snelgroeiende applicaties WhatsApp en Instagram simpelweg op toen ze te groot dreigden te worden.

‘Het bedrijfsleven heeft bezit genomen van de digitale samenleving,’ zegt Reinier Tromp. ‘De overheid is zelf ook afhankelijk geworden van de diensten van het digitale bedrijfsleven. En de burger wordt te individueel benadert. Wij moeten maar de voorwaarden ondertekenen die ons opgediend worden. Normaal gesproken werkt het niet zo: als je gaat werken is er uitgebreid onderhandeld door allerlei collectieve organisaties om een cao overeen te komen. In de digitale wereld daarentegen heb je als individuele internetgebruiker geen enkele tegenmacht. Daarom moeten we ons verenigen’.