Adriaan van Dis laat zijn roman Naar zachtheid en een warm omhelzen zich niet alleen afspelen rond Ommie, de jarenlange gedienstige van zijn grootvader Huibert bij wie de negenjarige Adriaan logeert omdat het thuis psychisch slecht gaat met zijn vader. Die kan zo’n druktemaker als Adriaan er niet bij hebben. Er moest iets tegenover de grootmoederachtige zachtheid van Ommie staan, iets uit de harde werkelijkheid. Van Dis wisselt de beschrijving van Adriaans lange logeerpartij af met stukken over de manier waarop de schrijver Adriaan nu, denkend aan zijn jeugd, het heden ondergaat.
Door de zachtheid te laten contrasteren met de ruwe hedendaagse werkelijkheid, is Van Dis vrij om van Ommie de onweerstaanbaar lieve persoon maken die ze voor hem als negenjarige was. Hij kan daar met alle gevoeligheid over schrijven wanneer hij zich tegenover de zachte armen van Ommie de ‘zorgelijke blik’ herinnert van de foto’s waarop zijn moeder staat toen ze na haar vlucht uit Sumatra in...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.