Op de parterre van het Amsterdamse woonhuis van Ad van Denderen is de hele wereld opgeborgen in archiefmappen en fotodozen. Dat is het resultaat van de reizen die de fotograaf in bijna zestig jaar maakte. De voorkamer is opslagruimte. Tegen de wanden leunen ingelijste tentoonstellingsprints van allerlei formaat en hij bewaart er al zijn negatieven en dia’s. Het zijn er tienduizenden, misschien wel honderdduizend. Met een dikke stift staat de inhoud van de dozen en mappen erop geschreven: religie, gabbertjes, huwelijk, Oost-Turkije, Nicaragua, Cuba, Spijkerbuurt Arnhem, recreatie, mijnwerkers en nog veel meer.

Ad van Denderen weet er prima alles terug te vinden, maar voor een niet-ingewijde is het wat moeilijker wegwijs te raken. Vanaf 2020, toen de beslissing viel om zijn archief onder te brengen bij het Nederlands Fotomuseum, is er hard gewerkt aan de verbetering van de toegankelijkheid. De beelden zijn opnieuw geordend en beschreven. Dit was het uitgelezen moment om een...