Nu de coronacrisis – althans voorlopig – redelijk onder controle lijkt en de verkiezingen van volgend jaar beginnen te lonken is de politiek teruggekeerd rond het Binnenhof. In de zomerweken werden verkiezingsprogramma’s driftig herschreven en lijsttrekkers gekozen.

In de aanloop naar Prinsjesdag en de Algemene Politieke Beschouwingen namen verschillende partijleiders weer de ruimte om verder te kijken dan de coronacijfers van het RIVM, en het leiderschap van Mark Rutte onder vuur te nemen, ondanks diens kundige management tijdens de crisis.

Dat de oppositieleiders Lodewijk Asscher, Jesse Klaver en Lilian Marijnissen het leiderschap van Mark Rutte ter discussie stellen – Asscher laatst nog bij het traditionele openingsdebat van het parlementaire jaar van Stichting Machiavelli – is niet nieuw, maar wel dat Pieter Heerma, fractievoorzitter van coalitiepartij CDA, bij dezelfde gelegenheid de aanval op Rutte opende.

Je zou kunnen zeggen: nogal wiedes dat ook de...