Wim de Bie in gesprek met De optimisten

Zes boeken, zes nieuwe schrijvers. Met namen zo Hollands als het Wilhelmus: De Boer, Van der Horst, Van Straten, Broekhuysen, Wybenga en Buenting (spreek uit Buunting, ‘het is die e uit de muesli’). Een greep uit het brede scala aan debutanten, maar geen willekeurige greep. Behalve die oer-Hollandse familienamen hebben deze zes nog een overeenkomst: alle zes zijn ze geboren in de jaren tachtig en dus nog jong, maar desalniettemin hebben ze zich stuk voor stuk al eerder gemanifesteerd. Hetzij met een kinderboek of in raillerend proza bij Spunk en Propria Cures, hetzij als musicus (klassiek dan wel hardcore) of als prijswinnende ontwerper.

De titels van hun boeken wekken op het eerste gezicht de indruk dat het Sombermans troef is in deze generatie: Honderd woorden voor grijs (Buenting, Querido), Galerie Onvolmaakt (Wybenga, De Bezige Bij), Ik ben de regen (Van Straten, Lebowski), Ik weet hoe jongens huilen (Van der Horst, Nieuw...