Hoogleraar economie Hans Schenk leidde het wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken van de kredietcrisis.

Ruim vier maanden was Hans Schenk met zijn team van juristen en economen bezig met het doorspitten van ‘honderden’ financiële wetten en regels. ‘De tijdsdruk was enorm,’ zegt de Utrechtse hoogleraar economie. ‘Het onderzoek moest af, voordat de commissie-De Wit in januari aan de openbare gesprekken begon.’ Het wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken van de kredietcrisis dat Schenk leidde, vormde een belangrijke basis voor de parlementaire commissie-De Wit, die vorige week haar eindrapport presenteerde. Het harde werken heeft vruchten afgeworpen, zegt Schenk. ‘Ik zie behoorlijk veel van ons onderzoek in het eindrapport terug.’

Net als commissievoorzitter Jan de Wit vindt Schenk dat er niet één schuldige voor de crisis is aan te wijzen. Dat Nout Wellink, de president van De Nederlandsche Bank, van veel Kamerleden de volle laag krijgt, is volgens hem onterecht. ‘Politici willen heel snel verantwoordelijke personen vinden die iets fout hebben gedaan. Maar ze moeten eerst de hand in eigen boezem steken.’

Het waren juist de politieke besluiten van de afgelopen twintig jaar die deze crisis hebben laten ontstaan, zegt Schenk. ‘Wat voorheen gereguleerd was bij financiële markten, is in de loop van de jaren steeds meer geliberaliseerd. Daardoor konden financiële instellingen uit de band springen.’ Parlementariërs, ministeries, DNB, het Centraal Planbureau, allemaal geloofden ze heilig in het zelfcorrigerende vermogen van het marktsysteem. ‘De neoklassieke economie was mainstream geworden. Die gaat ervan uit dat marktpartijen hun eigen belang kennen en rationele beslissingen nemen. En als ze de boel al willen belazeren, worden ze binnen de kortste keren gecorrigeerd.’

De institutionele economie, die Schenk zelf aanhangt, toont echter dat partijen niet altijd hun eigen belang kennen en daarnaar handelen. ‘Kijk naar Lehman Brothers. Je mag toch niet aannemen dat die bank zich willens en wetens in de afgrond gestort heeft. Kennelijk begreep men niet goed wat het eigenbelang was, anders zou de bank niet in zo’n omvang geïnvesteerd hebben in risicovolle producten. Het is zelfs goed mogelijk dat economische partijen collectief de fout ingaan. Ergens keert de wal het schip. En dan ontstaat een recessie.’

– We wilden geen toezichthouder die met de karwats achter de deur staat

Mondjesmaat ziet hij dat besef in economenland doordringen. Maar het gaat langzaam. ‘Iedereen wordt al vanaf de middelbare school volgepompt met neoklassieke economie. Er is een cultuur onder economen ontstaan van: als je carrière wilt maken, doe je er niet goed aan buiten het neoklassieke pad te treden. Het houdt zichzelf in stand. Maar bij sommigen opent de crisis nu de ogen.’ DNB is daar een goed voorbeeld van. ‘Niet voor niets trekt Wellink het boetekleed aan. Ik heb het Centraal Planbureau nog niet afstand horen nemen van de neoklassieke economie. Maar de president van DNB zegt wel dat hij medeverantwoordelijk is voor de crisis.’

Dat is hij ook, volgens Schenk. In zijn rapport schrijft de onderzoeker dat Wellink en oud-minister van Financiën Wouter Bos bij de verkoop van ABN Amro in 2007 en het debacle met Icesave in 2008 te veel zijn uitgegaan van een te formele interpretatie van de regels. Ze hadden de processen kunnen, en in de ogen van Schenk moeten vertragen door steeds opnieuw te zeggen dat bijvoorbeeld de macro-economische effecten nog uitgezocht moesten worden. Het is een van de belangrijkste conclusies van de commissie-De Wit. Hadden ze meer ruimte genomen, dan had dat wellicht tot een andere uitkomst geleid, zei Jan de Wit bij zijn presentatie. Daarmee doelde de parlementariër op een overname van ABN Amro door Barclays in plaats van het bankentrio Fortis, Royal Bank of Scotland en het Spaanse Santander. Die stelling onderschrijft Schenk zeker niet. ‘Ook die overname had tegengehouden moeten worden. Het zou geleid hebben tot dezelfde problemen, zoals overkreditering en een enorme verspilling van vermogensaandelen. Aan overnames op die schaal zou paal en perk moeten worden gesteld.’ Ook met Bos, die voor de commissie zei dat de bank in 2007 te zwak was om nog op eigen benen te kunnen staan, is hij het oneens. ‘Laat hem dat maar eens aantonen. Er is geen enkele wetenschappelijke analyse die laat zien dat de bank aan het eind van zijn Latijn was.’

De toezichthouder was bij beslissingen rond ABN Amro en Icesave ‘roomser dan de paus’, zegt Schenk. Maar ook dat is een gevolg van het dominante neoklassieke denken in de maatschappij. ‘We wilden geen toezichthouder die met de karwats achter de deur klaar staat, maar een die het marktpartijen zo veel mogelijk naar de zin moest maken. Als DNB zich als een heel strakke marktmeester had gemanifesteerd, was ze teruggefloten door de politiek.’