Kelli’s column is ook te beluisteren.

Toen ik over het schrijven van dit stukje begon te denken, dronk ik mijn dagelijkse koffie nog steeds uit een papieren bekertje, terwijl ik dat al lang uit een porseleinen kopje hoopte te doen. De terrassen waren open; ook het zaakje waar ik mijn koffie haal had wat zitplaatsen aan weerszijden van de stoep. Maar het koos ervoor de wegwerpbekers nog even aan te houden. Gedoe met regels omtrent serveren en afhalen en schoonmaken, zoiets. Ik moest het nog even doen zonder het harde, glimmende wit waar vloeibaar bruin zo mooi tegen afsteekt. Zonder dat laagje gebakken klei dat de inhoud lang genoeg warm houdt om tussendoor een gesprek met iemand te voeren, en het bijbehorende lepeltje om de laatste restjes mee weg te grazen.

Ik bedoel het niet snobistisch. De maanden dat alles op slot bleef, was dat papieren ding een lifeline naar het vertrouwde leven. In de eerste weken leek het een wonder dat we zo’n speciaal door barista’s gezet bakkie...