‘Het is een oude varkensboerderij,’ zei Vincent. ‘Gebouwd in 1720. Maar die stank trekt nog wel weg. Zie je die schuur? Dat wordt het gastenverblijf. Voor jou jochie. Trois étoiles, met douche. Denk de weelderige tuin er maar omheen.’ Zo valt de roman Vriendendienst van Aleid Truijens met de deur in huis, het tweede huisje wel te verstaan. De droom van de babyboomers. O muze, bezing mij de datsja.

De laatste decennia hebben de voormalige dromers, hemelbestormers en nieuwlichters en bloc een tweede huisje op het oog gekregen, in Nederland of in het buitenland, helemaal voor zichzelf. Weg uit de Randstad, of tenminste half weg, van de drukte, van het Kruidvat en de Keurslager. Het lijkt wel of de voormalige hippies, provo’s, Cuba-gangers, langharigen, communistische en maoïstische fellow travellers, Vietnamdemonstranten, Kabouters, milieuactivisten, feministen en krakers alsnog hun verdampte utopie najagen, nu in de vorm van klompen en een overall. Weg van het massatoerisme ook,...