Op een dag werd de driejarige Bessel van der Kolk door zijn vader in de kelder opgesloten omdat hij iets ‘fout’ had gedaan. Zijn vader kon vaker ‘zomaar’ uitbarsten in enorme woede. Later ontdekte Van der Kolk dat zijn vader in de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp had gezeten en daardoor zeer getraumatiseerd was. Net als zijn oom, die in een Jappenkamp had gezeten.

Van der Kolks ervaringen hielpen hem zich in te leven in mensen die afschuwelijke dingen meemaken: verkrachtingen en mishandelingen of het meemaken van heftig geweld, zoals een oorlogscorrespondent die een maat uiteen ziet spatten.

Op zijn achttiende besloot Bessel van der Kolk Den Haag te verruilen voor Hawaii, op uitnodiging van een daar woonachtige oom. In de Verenigde Staten studeerde Van der Kolk medicijnen en psychiatrie. In 1982 richtte hij het Trauma Center op, als onderdeel van de Harvard Medical School. In 2016 verscheen zijn boek Traumasporen waarin hij veertig jaar onderzoek naar het thema...