Een openbaring. De sensatie dat je ineens iets doorziet, begrijpt, en in al je botten voelt. Alsof je plots een vreemde taal verstaat, waarvan je kennelijk de grammatica zo uit je achterhoofd kan toveren. Hoe vaak maak je dat nu mee?

Het overkwam me rond mijn twintigste, toen ik voor het eerst een fragment zag van Café Müller, het dansstuk van Pina Bausch. Op de televisie, uitgezonden door de VPRO, toen al in Zomergasten? Ik weet het niet meer, de openbaring hecht zich niet aan plaats en tijd maar doet net alsof ze volstrekt autonoom tot stand is gekomen.

Van alle kunstvormen was ‘dans’ voor mij de meest onbeminde. Ja, wat bekende balletten gezien en tamelijk plichtmatig uitgezeten, omdat ik de connectie niet kon leggen tussen de muziek en die alsmaar bewegende lichamen. Dat klinkt dramatisch, dat van het missen, maar mij verontrustte het niet. ‘Dans is niet echt mijn ding’ zou je nu ironisch zeggen.

Maar dat fragment van Bausch, dat was intrige op het eerste gezicht. Iets later...