Een beroemde speech die schrijver David Foster Wallace hield voor een groep afstuderende studenten begint met een parabel die ik zo vaak voorbij heb zien komen, dat ik me had voorgenomen hem zelf nooit te gebruiken. Maar hier gaat-ie dan toch: twee jonge vissen passeren een oudere vis. Die geeft hun een knikje, en zegt: ‘Morgen, jongens. Hoe is het water?’ De twee jonge vissen kijken elkaar aan: ‘What the hell is water?’

Bij Foster Wallace was dit het begin van een lang en wijs verhaal over de waarde van geesteswetenschappen en je plek in de wereld, en hoe je je verhoudt tot anderen. Maar mij doet het denken aan de millennial. Voor hen geldt namelijk min of meer het omgekeerde.

Als mensen geboren tussen 1980 en 1995 de vissen in dit verhaal zouden zijn, en het water het concept ‘millennial’, dan zijn de vissen zich juist overdreven bewust van het water, omdat hun sinds een jaar of tien voortdurend wordt verteld dat het water bestaat. Onze onvolwassen benadering van het...