Of ze er niet cynisch van worden? Migratieonderzoekers Jeroen Doomernik en Vincenzo Gomes hebben net opgesomd wat er in de EU zoal misgaat op hun domein. Het recordaantal asielzoekers in kamp Moria op Lesbos komt aan bod, het onzekere lot van bijna vier miljoen vluchtelingen in Turkije, de Libische kustwacht die met Europese steun bootjes uit zee vist en de inzittenden opsluit. De constatering dat afspraken over migratie in de Europese Unie alleen op papier bestaan en de Unie zijn verplichtingen jegens vluchtelingen in realiteit niet nakomt. ‘Het is een zeperd van jewelste,’ aldus Doomernik.

Maar cynisme? Doomernik en Gomes wisselen een blik van verstandhouding. Het was nu juist hun opdracht fatalisme naast zich neer te leggen en te inventariseren hoe de Europese migratie-impasse doorbroken kan worden. Dat deden ze de afgelopen jaren binnen een grootschalige evaluatie van het Europese asielsysteem, onderdeel van EU-onderzoeksprogramma Horizon 2020. En ze werden positief verrast door hun eigen bevindingen. Gomes: ‘De huidige situatie is niet fraai, maar er zijn vernieuwende oplossingen mogelijk waar wel degelijk draagvlak voor is.’ In een notendop: hou op met trekken aan lidstaten die zich tegen migratie verzetten en werk samen met iedereen die wél wil, in het bijzonder de Europese steden.

Een heilloze weg

Die uitkomst staat haaks op de verwachtingen waarmee Doomernik en Gomes aan hun onderzoek begonnen. Doomernik houdt zich al sinds 1986 bezig met migratie. Als antropoloog deed hij toen onderzoek in een buurthuis in een dorpje in Schotland. Daar werd gesteggeld tussen de oorspronkelijke bewoners en de nieuwkomers die werden aangetrokken door de olie-industrie. Yoga op woensdagavond, of de traditionele bingo?

Gomes studeerde twee jaar geleden af op de veiligheid van vrouwen in asielopvang en sloot zich daarna bij Doomernik aan voor de evaluatie van het Europese asielsysteem.

‘Is de EU een verbintenis alleen voor economisch gewin, of ook op basis van solidariteit en gedeelde waarden?’

Aan een vergadertafel op de klinische gang van een vernieuwbouwde locatie van de Universiteit van Amsterdam zitten ze amicaal naast elkaar. Docent en migratie-encyclopedie Doomernik neemt veelal als vanzelfsprekend het woord. Laconiek beschrijft hij met welke insteek ze aan hun onderzoek begonnen. Ze dachten ‘met een beetje slim nadenken’ wel een manier te kunnen vinden om lidstaten als Hongarije en Polen te vermurwen zich aan de Europese afspraken te houden en ‘hun’ aandeel asielzoekers op te nemen uit Italië, Griekenland en Turkije.

Ze dachten aan een centraal asielsysteem met een Europese IND en herverdeling van migranten over de lidstaten. Maar dat bleek een heilloze weg. Doomernik: ‘Onder die aanpak ligt namelijk een vraag ten grondslag waarop we als EU geen antwoord hebben: de vraag wat de Unie precies behelst. Of dat een verbintenis is alleen voor economisch gewin, of ook op basis van solidariteit en gedeelde waarden. In woorden is de EU het tweede, maar als puntje bij paaltje komt blijkt het hemd nader dan de rok.’

Recht op bescherming

Het alternatief dat Doomernik en Gomes voorstellen: niet gaan zitten wachten tot iedereen meebeweegt, maar beginnen met partijen die wel willen, vooral de Europese steden. Het doel daarbij is om in ieder geval het EU-asielrecht en het Vluchtelingenverdrag van de Geneefse Conventies na te leven. Mensen die vervolging of oorlog ontvluchten, hebben recht op bescherming in een ander land. Daaruit vloeit voort dat mensen de kans moeten krijgen asiel aan te vragen, gehoord te worden.

‘Veel steden hebben zich solidair getoond met vluchtelingen en zijn bereid mensen op te vangen.

Doomernik: ‘Veel steden hebben zich solidair getoond met vluchtelingen en zijn bereid mensen op te vangen. Amsterdam en Barcelona bijvoorbeeld, maar ook steden in anti-migratielanden, zoals Boedapest en Warschau. Daar zit de ruimte om iets te betekenen voor de duizenden vluchtelingen wier rechten nu worden ondermijnd doordat ze niet eens in een asielprocedure belanden.’

Daarbij denken Doomernik en Gomes aan de Europese steden die zijn verenigd in het EUROCITIES-netwerk en in het bijzonder aan een afvaardiging daarbinnen, de Solidarity Cities.

Mobiliteit voor vluchtelingen

Het is een ingrijpend plan. Het betekent dat steden meer zeggenschap en meer middelen moeten krijgen. De politicologen zien dat ruwweg als volgt. Een stad geeft aan hoeveel asielzoekers er welkom zijn, huisvest hen tijdens de asielprocedure en helpt degenen die als vluchteling worden erkend bij het vinden van een baan. De steden krijgen daartoe een vergoeding uit de EU-fondsen voor asiel en migratie. Wie erkend wordt als vluchteling, mag in die stad blijven wonen, maar mag ook – en dit is de tweede pijler in het toekomstscenario dat Gomes en Doomernik formuleren – elders in de Unie werk zoeken.

Mensen die al Duits, Frans, Engels of Spaans spreken, draaien makkelijker mee in een land waar ze met die taal uit de voeten kunnen

Gomes: ‘Nu geldt de vluchtelingenstatus alleen in het land waar iemand de asielprocedure doorloopt. Dat werkt contraproductief als het gaat om integratie. Om mensen beter tot hun recht te laten komen, moet je ze in staat stellen zich vrij te vestigen.’

Taalbeheersing is cruciaal. Mensen die al Duits, Frans, Engels of Spaans spreken, draaien makkelijker mee in een land waar ze met die taal uit de voeten kunnen.

Een andere succesfactor: een netwerk in het nieuwe thuisland, vrienden of familie die nieuwkomers op weg kunnen helpen.

In het plan van Doomernik en Gomes is die vrije vestiging wel aan strenge voorwaarden gebonden. Doomernik: ‘Een vluchteling kan zich alleen elders vestigen nadat hij of zij daar een baan heeft gevonden en dus ook in staat is op die nieuwe plek een bijdrage te leveren aan de samenleving.’

‘Veel EU-landen gaan een periode van vergrijzing tegemoet waarin we een opener systeem nodig hebben om onze welstand te behouden.’

Inzet op mobiliteit voor vluchtelingen sluit aan bij een pragmatische onderbouwing van de beleidsplannen. Doomernik: ‘Veel EU-landen gaan een periode van vergrijzing tegemoet waarin we een opener systeem nodig hebben om onze welstand te behouden.’

Verschuiving van macht

Het scenario dat Gomes en Doomernik schetsen, is het sluitstuk van het evaluatieproject waar zo’n twintig academici uit heel Europa aan hebben gewerkt. Andere wetenschappers deden empirisch onderzoek naar thema’s als solidariteit, regulering en publieke houding ten opzichte van migratie. Gomes en Doomernik hielden die studies tegen het licht en destilleerden daaruit een aantal toekomstscenario’s. Die scenario’s toetsten ze in vier groepsgesprekken met beleidsmedewerkers en -adviseurs op lokaal, nationaal en Europees niveau in Wenen, Brussel, Milaan en Amsterdam. Het plan om asielopvang met welwillende steden te regelen, was het scenario dat in die discussies op de meeste steun en enthousiasme kon rekenen.

De wetenschappers zijn huiverig hun toekomstvisie te gedetailleerd in te kleuren. Doomernik: ‘Wij hebben als academici onderzocht in welke richting we voort kunnen als EU.’ Hij vervolgt grappend: ‘We zijn graag bereid ons te buigen over de technische invulling, daarvoor zijn we tegen fikse tarieven in te huren als beleidsadviseurs.’

Maar ook op dit abstracte niveau zitten er haken en ogen aan het asielscenario. Doomernik: ‘Autonomie voor steden in het optuigen van een eigen asielsysteem vergt wat acceptatie van grijstinten.’ Utrecht zal de huisvesting en procedure wellicht anders invullen dan Athene. ‘In een aangeharkt land als Nederland vinden we dat moeilijk. Hier is juist alles zwart-wit.’

‘Migratie is ook beter op gemeentelijk niveau te regelen. De lokale overheid weet bijvoorbeeld goed aan welke arbeidskrachten behoefte is en welke organisaties mensen op gang kunnen helpen.’

Zelf zien ze de verschuiving van macht naar lokaal niveau liever als sluitstuk van de Europeanisering. ‘Met meer ervaring als Unie kunnen we ook beter afstemmen welk overheidsniveau het best aansluit bij een beleidsvraagstuk,’ zegt Doomernik. ‘Gemeenten spelen een grote rol in de zorg. Migratie is ook beter op gemeentelijk niveau te regelen. De lokale overheid weet bijvoorbeeld goed aan welke arbeidskrachten behoefte is en welke organisaties mensen op gang kunnen helpen.’

De vrees dat hun aanpak de kloof tussen stad en platteland zal vergroten, deelt Doomernik niet.

‘Het stadsbestuur staat dicht bij de burger en kan dus goed aanvoelen waar wel en geen draagvlak voor is. En door te stoppen met gedwongen herverdeling en met opvang op plekken waar weerstand overheerst jegens asielzoekers, nemen negatieve sentimenten af.’

Reëel alternatief

Tegen het einde van ons gesprek blijkt op één vlak wel sprake van enig cynisme bij de onderzoekers: ze verwachten niet dat de EU het bestaande asielbeleid ogenblikkelijk over de lokale boeg zal gooien. ‘De verantwoordelijke ambtenaren van de Europese Commissie zullen het onderzoeksverslag lezen. We doen onze plannen op zo veel mogelijk plaatsen uit de doeken en leggen zo de ideeën in de week. Langzaamaan zal dit scenario dan hopelijk worden gezien als reëel alternatief voor de huidige malaise.’

Doomernik vindt het vanzelfsprekend dat er een alternatief nodig is voor de huidige EU-koers die gericht is op het terugdringen van migratie. Zo vanzelfsprekend dat hij even moet nadenken voordat hij kan uitleggen waarom hij dat vindt. ‘Het is goed voor ons zelfbevinden,’ zegt hij dan. ‘Het is fijn om iets voor een ander te doen en onszelf te kunnen zien als een solidair volk. Willen we op de Hongaren lijken? Nee, ik zou me rot schamen.’ En na een korte overpeinzing. ‘Ik denk overigens dat veel Hongaren dat ook doen.’

Maar het belangrijkste: ‘Het recht moet prevaleren, voor iedereen. Dat is op lange termijn ook voor onszelf van belang. Ik wil er niet aan denken wat het betekent ergens te leven waar dat wat in de wet staat onderhandelbaar blijkt.’