Werken moet lonen, echode het vorige week urenlang tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen door de grote vergaderzaal van het parlement. De realiteit is anders: ‘We kunnen concluderen dat een dag extra werken lonender is voor de overheid dan voor de leraar of lerares,’ vatte SGP-Kamerlid Chris Stoffer het samen.

Dat werken moet lonen is allerminst een nieuw motto. Met een flexibele geest kun je het op alle politieke wensen en ambities plakken. Zo pleitte de VVD vanaf eind jaren negentig jarenlang voor het verlagen van het minimumloon mét een aanvullende uitkering omdat ‘werken moet lonen’. Inmiddels is de regeringspartij onder datzelfde motto voor het (beperkt) verhogen van het minimumloon.

Mark Rutte groeide in zijn rol als leider van de VVD dankzij hartstochtelijke pleidooien voor de hardwerkende Nederlander die forse lastenverlichtingen verdiende. Sinds 2006 hamert hij, vooral in campagnetijd, erop hoe ‘werken moet lonen’. En dat motto is uiteindelijk terug te...