Profiel / Herman Van Rompuy

Vrijdagmiddag vijf uur, het Justus Lipsiusgebouw in Brussel. Gehaaste euroambtenaren gaan door de draaideur, ze trekken hun koffer op wieltjes achter zich aan. Het weekeinde lonkt. In de immense hal staan de laatste televisieteams hun spullen in te pakken. Ook op de achtste verdieping is de rust neergedaald. Aan de muren hangen werken van Belgische kunstenaars als Luc Tuymans en Jan Fabre. Herman Van Rompuy, de net herbenoemde voorzitter van de Europese Raad (mager, lang, bruin pak, blauwe das) ontvangt in zijn bescheiden ingerichte kamer. Een bureau, een wit bankstel, een grote tafel bij het raam vol papieren, in de hoek staat de blauwe Europese vlag. Het is een drukke week geweest: een gesprek met de Zwitserse president, de begrafenis van de omgekomen scholieren in Lommel, ontvangsten van de regeringsleiders van Montenegro en Bosnië-Herzegovina. En dan ook nog een toespraak tijdens een academische bijeenkomst in Leuven met de veelomvattende titel...