Literaire kroniek
Literaire Kroniek: Schrijven was voor Kafka de allerwreedste bezigheid

Ook al doet hij zich in zijn brieven graag voor als een sombere, zwijgzame en teruggetrokken man, de honderd jaar geleden overleden Franz Kafka (1883-1924) genoot ook van het schrijven. Dat ontgaat Rüdiger Safranski niet in zijn boeklange essay over hem.


Fotografie Peter-Andreas Hassiepen

5 tot 7 minuten leestijd

Wanneer het over de canon van de literatuur gaat heeft men het voornamelijk over de literaire verdiensten. En dat is ook goed, maar minstens zo onderscheidend is wat die schrijvers hebben achtergelaten aan duurzame inzichten die iets blootleggen over de hardnekkige aard van de samenleving en haar bewoners. Het gaat dan om inzichten die deel zijn geworden van het algemene denken, op de rand van clichés. George Orwell heeft de aard van de totalitaire staat blootgelegd (‘dit is 1984’). Thomas Mann heeft met zijn personages in De Toverberg het verschil tussen humanisme en conservatisme laten zien. F. Bordewijks roman Karakter zal elke jongeman van dienst zijn bij het bepalen van zijn houding tegenover een strenge vader. In de honderd jaar die zijn verstreken na de dood van Franz Kafka is Het proces de roman over de ondoordringbare bureaucratie geworden. Niemand hoefde na het lezen ervan met zijn mond vol tanden te staan als men werd geconfronteerd met lange wachttijden in naargeestige wachtkamers. Met ambtenaren die je niet vertrouwen. Met formulieren die niet te begrijpen zijn. ‘Dat is kafkaësk.’ Het is kort en bondig en iedereen weet wat ermee bedoeld wordt.

‘Kafkaësk’ mag zo gewoon zijn dat het bijna niet meer te gebruiken is, het lezen van Het proces, de roman waarop het woord is gebaseerd, is geen kleinigheid. Het is een roman als een wurggreep. De bijna alinealoze pagina’s komen je als muren tegemoet. De hoofdpersoon Josef K. staat er geïntimideerd en verloren tussen. Niet alleen K. wordt van het kastje naar de muur gestuurd, de lezer niet minder. De roman laat zich makkelijk in één zin samenvatten (man raakt verstrikt in de duistere gangen van justitie), maar is om te lezen superieur strafwerk. Doordat Kafka’s zinnen zo onverbiddelijk gewoon en emotieloos de verschrikkelijkste dingen zeggen is er is nauwelijks een zin die geen weerstand op roept. Je wilt niet lezen hoe K. onder je ogen meedogenloos door duistere justitiële krachten vermorzeld wordt: ‘De gang van zaken voor de gerechtshoven was echter in het algemeen ook voor de lagere ambtenaren geheim, ze konden daardoor de zaken waar ze mee bezig waren in hun verdere verloop haast nooit volledig volgen, het proces doemt dus in hun gezichtskring op, dikwijls zonder te weten waar het vandaan komt, en het gaat weer verder zonder dat ze te weten komen waarheen.’ Het schrijven van Het proces in de jaren 1914-15 was, zoals vaker bij Kafka, sterk afhankelijk van zijn inspiratie. Hij schreef niet zelden in een lucide roes. Die kon de hele nacht aanhouden zodat hij bij wijze van spreken (en in werkelijkheid) het dienstmeisje goedemorgen kon wensen. 

VRIJ NEDERLAND VERNIEUWT

Er gaat veel veranderen bij Vrij Nederland. Zo gaan we de redactie uitbreiden, de website en het blad opnieuw vormgeven en ons meer richten op onze oorspronkelijke missie. Benieuwd? Lees hier meer!

Rüdiger Safranski gaat in zijn boeklange essay over Kafka in op de vraag waaraan Josef K. schuldig is, hij is immers gearresteerd. Er is nooit een aanklacht tegen hem ingediend. Omdat die aanklacht uitblijft gaat K. aan zichzelf twijfelen en zoekt hij de schuld bij zichzelf. Het proces wordt verinnerlijkt. K. zegt schuldig te zijn aan het leiden van een ‘oneigenlijk leven’, een oppervlakkig, aangepast, zelfvoldaan leven. Zijn arrestatie heeft hem wakker geschud. ‘K. leert de schuld als existentieel zelfverzuim kennen,’ schrijft Safranski.

Op de achtergrond van deze schuld bevindt zich Kafka zelf die juist in die tijd worstelt met zijn verloving met Felice Bauer. In de moeizame verhouding met Felice is het schrijven van Kafka een gevoelig punt. Hij voelt zich schuldig omdat hij tijdens het schrijven volledig van haar is afgesneden. Wanneer het om ‘de diepte van zijn schrijven’ gaat bestaat ze niet meer voor hem. Hij kan ook niet voldoen aan de ‘gebruikelijke verplichtingen’, zoals functioneren in een beroep, een huwelijk, een gezin. Hij voelt zich schuldig tegenover ‘het burgerlijke leven in zijn geheel’. Hij voelt zich schuldig tegenover het leven. Hij onthoudt zich van het leven. Het schrijven zelf is daarom schuldig.

Wanneer bij Kafka in augustus 1917 tuberculose wordt geconstateerd is er ook sprake van enige opluchting.

Het verbreken van de verloving met Felice Bauer was ook een breuk met het toch schuldbewust willen voldoen aan de burgerlijke eisen, die Kafka hartgrondig haatte. Zondagen met een gezin met aanhang zorgden voor ‘walgelijke taferelen’. In zijn dagboek schrijft hij dat Felice ‘de middelmaat’ wilde, ‘de behaaglijke woning’, ‘overvloedig eten’, ‘slaap van elf uur ’s avonds af, verwarmde kamer, zet mijn horloge, dat sinds een kwartjaar anderhalf uur voorloopt, op de juiste minuut’. Safranski ziet het leven en schrijven van Kafka als een aanhoudende poging om in het schrijven ‘te kruipen’, als in een voor anderen ondoordringbaar hol. Zulke metaforen, je verschansen in een hol, passen bij Kafka’s sterke neiging om met zijn romans en verhalen ‘gevaarlijke diepten’ op te zoeken. ‘Gevaarlijk’ moeten ze zijn omdat het daar zo griezelig kan zijn dat mislukken niet denkbeeldig is. Dat verblijf in ‘de diepten’ is gewaagd en moet kunnen mislukken.

Safranski weet aan de hand van Kafka’s dagboeken en brieven goed duidelijk te maken dat Kafka alleen tijdens het schrijven echt bestond: ‘als ik niet schreef, lag ik al op de grond, waard om opgeveegd te worden’. Dat beeld, dat hij ‘opgeveegd’ zal worden als hij niet schrijft, is precies wat er uiteindelijk gebeurt met Gregor Samsa in het verhaal De gedaanteverwisseling. Samsa wordt wakker als een kever, probeert als kever in het gezin te overleven, maar wordt uiteindelijk door de werkster ‘opgeveegd’ en weggedaan. 

Op een bijna komische manier kan Kafka radicaal zijn wanneer hij aan Felice schrijft: ‘Alleen met schrijven door de nachten razen, dat wil ik.’ Hij waarschuwt haar dat het met hem niet zal zijn zoals in de vakantieplaats waar ze op dat moment verblijft: ‘niet een vrolijk babbelen, arm in arm, maar een kloosterachtig leven aan de zijde van een humeurige, sombere, zwijgzame, ontevreden, ziekelijke man die, wat jou als waanzin moet voorkomen, met onzichtbare ketenen is geklonken aan een onzichtbare literatuur en die het uitschreeuwt als je in de buurt komt.’ 

Wanneer bij Kafka in augustus 1917 tuberculose wordt geconstateerd is er ook sprake van enige opluchting: nu weet hij zeker dat het voldoen aan de burgerlijke eisen voor hem voorbij is. Nu heeft hij alleen het schrijven over. Hij ziet het als een nieuw begin. En meteen komen zijn ambities tevoorschijn: ‘Het werk dat mij wacht is ontzaglijk.’ Het gaat hem er nu om zichzelf in de hand te krijgen, ‘zoals je een steen ter hand neemt’. ‘Daarvoor zou je jezelf tot iets eenduidig definieerbaars moeten kunnen maken.’ Dat houdt hij niet voor mogelijk, daarvoor is zijn ziel te ondoorzichtig. Bovendien, hoe somber en zwijgzaam hij ook is, hij geniet van de meerduidigheid die hij in zich heeft, van de onbepaaldheid die zorgt voor de ‘oneindige imaginaire mogelijkheden’, zoals hij die heeft uitgewerkt in zijn verhalen. 

Het feit dat Kafka zijn romans en verhalen vaak in een lucide roes schreef betekent dat hij vertrouwde op zijn onbewuste als bron. Hij wist ‘de diepten’ in hem in scherpe beelden en metaforen om te zetten. Safranski, ook bekend als biograaf van Nietzsche, Schopenhauer, Goethe en Schiller, heeft duidelijk affiniteit met Kafka’s manier van schrijven en denken wanneer hij zijn intenties als schrijver parafraseert: Kafka ‘geniet van het moment waarop hij nog niet onder de suggestieve kracht van de levensbevorderlijke ficties van het ware, het goede en het nuttige terecht is gekomen. In het schrijven ligt alles nog open en hangt alles nog van jezelf af.’ Maar in een brief schrijft Kafka een jaar voor zijn dood ook dat schrijven ‘op een allerwreedste wijze het belangrijkste op aarde’ is.

Kafka. Schrijven voor zijn leven door Rüdiger Safranski is vertaald door Mark Wildschut en uitgegeven door Altlas Contact.

Cultuur
Gerelateerd