Het nieuwe politieke jaar is nog niet begonnen, of er begint zich al pijnlijk af te tekenen wat de verkiezingsbeloften van de PVV waard zijn. Zo verklaarde Fleur Agema, de kersverse minister van Volksgezondheid, van de week dat ze niks voelt voor een verbod op private equity en op winstuitkeringen in de zorg. In april was ze daar als Kamerlid nog fel voorstander van, met onder meer als argument dat zulke bedrijven ten koste van de zorg 20 procent winst kunnen maken. Je zou kunnen zeggen dat het niet helemaal fair is om bewindspersonen af te rekenen op uitspraken uit een verleden als parlementariër, omdat het ministerschap nu eenmaal andere verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Maar juist over private equity in de zorg zijn geen afspraken gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord, waardoor Agema wel degelijk de vrijheid had en heeft de rug recht te houden.
Nog een voorbeeld van deze week: het vroegpensioen voor mensen met zware beroepen. GroenLinks-PvdA en SP dienden een voorstel in om de tijdelijke regeling die daarvoor bestaat, te verlengen en te verruimen. Agnes Joseph van coalitiepartner NSC en Henk Vermeer van BBB verklaarden ook te willen dat de bestaande regeling wordt voortgezet, maar de PVV, tot voor kort nog vurig voorstander van het vroegpensioen voor mensen met zware beroepen, hield de kaken stijf op elkaar. Het zijn twee voorbeelden van een snel groeiende reeks geschonden beloften van de PVV.