De poëzie, zei Willem Kloos in 1882 toen hij de Gedichten van Jacques Perk inleidde, is geen genegenheid, maar een hartstocht. Het is een vrouw, ‘fier en geweldig (…) die de hoogste vreugd in de diepste smart, doch tevens de diepste smart in de wellust van de pijn verkeert, en tot bloedend toe ons de doornen in het voorhoofd drukt, opdat er de enige kroon der onsterfelijkheid uit ontbloeie.’ Om de aan de eisen van deze geweldige vrouw te voldoen, wilde er ooit iets van onsterfelijkheid aan de horizon verschijnen, dan moest de dichter zich van de nodige ballast ontdoen.
Literaire kroniek
Ontdekt: de wet van de permanente vernieuwing
Terwijl men dacht dat de Tachtigers veilig in de negentiende eeuw waren opgeborgen vertelt Een nieuw geluid, een boek van meer dan 1250 pagina’s, ineens dat de moderne poëzie en de autonome literaire ruimte in die tijd is begonnen en zich tot op de dag vandaag is blijven vernieuwen.
