Ondanks de gestage regen en waterkoude hebben zich op een zondagmorgen zo’n vierhonderd mensen verzameld op het terrein naast de Volksschule in Hard, Oostenrijk. Een gezellig pleintje is het niet: het dorpje onder de rook van Bregenz is een aaneenschakeling van huizen, flatgebouwen en industrie, kriskras door elkaar. Geen echte dorpskern; hier een pizzeria, daar een Turks restaurant, verderop wat volkstuintjes. ‘Welkom aan het Bodenmeer’: de kapotte letters op het stationsgebouwtje doen weinig om de troosteloze aanblik te verlevendigen. Een no man’s land, het einde van de wereld.

Maar die aanblik bedriegt. Vorarlberg, de Oostenrijkse deelstaat die aan Zwitserland grenst, is een welvarende en vooruitstrevende regio. Multinationals leveren kabelbanen aan de hele wereld, het midden- en kleinbedrijf bloeit, de huizenprijzen rijzen de pan uit.

Vorarlberg heeft een ‘zwart-groene’ regering: de Oostenrijkse Volkspartij (ÖVP), de partij van het bedrijfsleven, regeert met de...