Ooit was hij puissant rijk, weldoener voor kunstenaars en een ‘babe magnet’. Nu kwijnt Max Hasfeld weg in een verpleeghuis.

In het bed op de vierde etage van ‘multifunctioneel zorgcentrum’ Beth Shalom ligt een omvangrijk mens. Het robuuste hoofd rust op een kussen en is getooid met een grijze, wild krullende haardos. Het lichaam is bedekt met sportieve merkkleding die de aftakeling deels verhult. Toch moet de bezoeker zich niet laten bedotten; volgens Max Hasfeld is de situatie ernstig. ‘M’n hart werkt nog maar voor een kwart,’ zegt de patiënt kreunend.

Toen er ook nog een zenuw klem kwam te zitten in zijn rug, werd het thuis onhoudbaar. Het Joodse verpleeghuis in Amsterdam-Buitenveldert bood soelaas. Maar denk niet dat het een pretje is. De vierenzestigjarige Hasfeld wordt omringd door bejaarden met een gemiddelde leeftijd van tachtig jaar. ‘Overlevenden van de Holocaust. Als je hier aan de eettafel zit, zegt zo’n mannetje: “Ze zijn allemaal vergast, allemaal vergast,...