In dezelfde week dat René ten Bos de nieuwe Denker des Vaderlands werd verscheen ‘Dwalen in het antropoceen’, zijn boek over de filosofische kanten van de invloed van de mens op de planeet aarde. Een mooi staaltje filosofie.

Wanneer de filosoof René ten Bos weleens met zijn vader door de Twentse bossen en velden wandelde was zijn vader de eerste om aan de bosrand een hermelijn waar te nemen. Die was dan bezig in een dolle jacht zijn prooi af te matten alvorens zijn scherpe tanden in de vacht van het konijn te zetten. ‘Nekbijters’ en ‘bewonderenswaardige vechtmachines’ noemde zijn vader die beesten die wel tien keer kleiner waren dan het konijn. Het inspireerde Ten Bos tot een vergelijking in zijn boek Dwalen in het antropoceen: we leven ‘in een tijdperk waarin de mensheid zich als een kleine, agressieve hermelijn vastbijt in de nek van een kolossale planeet.’

Die planeet bevindt zich in het ‘antropoceen’, het tijdperk waarin de mens (antropos) als nooit...