De honger naar Mij is heel groot, vooral natuurlijk wanneer ik twintig of eenentwintig jaar ben. En dat snap ik, want dan ben ik de Jeugd, en daar moet je het van hebben.

De extreme opgetogenheid bij tal van redacties over het feit dat er jongeren, dus Jongeren, zijn die iets willen, en dat bijvoorbeeld G500 noemen, is dan ook niet te stuiten. Je nodigt zo’n jong iemand uit in de studio, en laat hem vertellen over wat-ie wil.

Als zo’n jong iemand dan ook nog zegt dat hij er niet alleen zit vanwege zichzelf maar vooral om namens andere frisse, ambitieuze, verantwoordelijke Jongeren te spreken, heb je al bijna een thema te pakken. Zo groot is ons verlangen naar onze eigen jeugd, en naar iets als een generationeel conflict, dat wij eigenlijk al blij zijn dat er jonge mensen bestaan die iets willen omdat ze jong zijn en alleen daarom al gelijk moeten hebben.

Jong zijn – nee, ik ga niet badineren – is de oprijlaan tot oud zijn. Veel meer valt er niet over te zeggen. Er zit geen magie in...