Sport
De Ajax-fans mogen tevreden zijn: in de geest heeft Johan Cruijff hun club al een beetje in handen. Dat blijkt uit de speelwijze, en afgelopen zondag etaleerde trainer Frank de Boer een aardig staaltje van Cruijffiaanse logica. Cruijff hoeft dus helemaal geen bezoekje aan de training af te leggen om de spelers een morele opkikker te geven voor de wedstrijd tegen FC Twente, aanstaande zondag &#8211; iets waar sommige fans van dromen. (Veel Ajax-aanhangers denken dat alles wat Cruijff aanraakt in goud verandert; Cruijffs verschijning op de training zou vanzelf tot het landskampioenschap leiden.) De Messias is namelijk al opgestaan in Amsterdam.
Om te beginnen is de gehanteerde tactiek nu al zoals Hij het wil. Speelde Ajax aanvankelijk onder De Boer met het zogenaamde puntje naar voren, dus met een centrale middenvelder (Christian Eriksen) die vooral aanvalt; bijna ongemerkt is het puntje naar achteren geschoven. Christian Eriksen staat al weken linkshalf en Vurnon Anita speelt als centrale middenvelder vlak voor de eigen verdediging. Een kleinigheid wellicht voor de buitenstaander, maar in het kolkende wereldje dat Ajax heet een kwestie van levensbeschouwing, van plaatsbepaling, van pro-Cruijff en anti-Cruijff.
De pleitbezorger van het puntje naar voren is Louis van Gaal, de ultieme anti-Cruijff. Vandaar.
Frank de Boer is in zijn loopbaan sterk beïnvloed door zowel Cruijff als Van Gaal, en met het &#8216;teruggetrokken&#8217; laten spelen van de middelste van zijn drie middenvelders lijkt hij op zijn minst een voorschot te hebben genomen op de nog te formaliseren rol van Cruijff bij Ajax.
En dan zijn commentaar! Na afloop van de boeiende en spannende bekerfinale liet De Boer zich van een geheel nieuwe kant zien. Tot zondag kenden we de Noord-Hollander met die norse blik als een eerlijke sporter. Zeker naar voetbalnormen was De Boer verrassend vaak bereid zijn falen openlijk toe te geven. Maar na de finale tegen FC Twente zocht hij naar uitvluchten, kennelijk om maar niet te hoeven erkennen dat zijn team terecht had verloren. Als Cruijff in zijn beste dagen voegde hij een nieuw element aan het voetbaldenken toe. Twente had dan wel meer doelkansen gehad, zei hij, maar dat waren vooral kopballen geweest. Trok je de kopballen eraf, dan had Ajax de beste kansen gehad. En dat was natuurlijk geen toeval, zei hij, want Ajax was &#8216;voetballend&#8217; beter geweest.
Kopballen minderwaardig vinden: je moet er maar opkomen. De Boers vindingrijkheid deed denken aan Cruijff tijdens het WK 1974. Na een 0-0 tegen Zweden verbaasde Cruijff de wereldpers door te beweren dat het maken van doelpunten niets van doen had met goed voetballen. Er was kortom niets aan de hand, stelde de aanvoerder van Oranje.
Zondag verklaarde De Boer met een gemaakte grijns dat de beker slechts bijzaak was. &#8216;Kómende zondag is de eigenlijke finale,&#8217; voegde hij eraan toe. Dat klonk behalve kinderachtig ook lichtelijk onsportief, en omdat zijn spelers op dat moment nog half huilend in het gras zaten, evenmin bijzonder eerlijk. De Boer lijkt aldus een Cruijffiaanse draaier te worden. Zijn verlies erkennen en de tegenpartij de verdiende winst gunnen lijkt hem moeilijker af te gaan dan vroeger.
Wat zei Cruijff maandag in De Telegraaf? &#8216;FC Twente mag nu tot zondag roepen dat ze een beker hebben gewonnen, maar daar houdt het verder mee op.&#8217; Immers: straks in de Arena knokken beide teams om de landstitel en om deelname aan de Champions League. &#8216;Dáár komt het zondag op aan.&#8217;
Feitelijk juist, maar De Boer en Cruijff zijn hiermee opvallend eensluidend. De toekomst bij Ajax is al begonnen.

Gerelateerd