Opnieuw relevant, want

Voor het eerst sinds 1945 gaat de Matthäus-Passion niet door. In 2012 zocht Elma Drayer naar de verklaring voor de immense populariteit in Nederland van het muziekstuk.

Strijk en zet begint het ergens in maart. Hm, hoor je redacties bijna hardop denken. Die wijdverbreidheid van Johann Sebastian Bachs Matthäus-Passion is toch typisch Nederlands? Daar moeten we wat mee!

Martin van Amerongen, hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer, wijdde er eind jaren negentig al een alleraardigst boekje aan. In Zijn bliksem, zijn donder boog hij zich over de vraag waarom juist ‘op die paar kilometer tussen Roodeschool en Vlissingen’ de Matthäus-Passion zo aanslaat – veel meer dan in vergelijkbare buitenlanden, veel meer ook dan in het vaderland van de componist. Hoe kan het dat uitgerekend dit geseculariseerde volk (‘De kerken staan leeg, behalve rond de Paas’) er zo verzot op is? Zijn antwoord was even simpel als overtuigend: dat kwam door de AVRO-radio,...