Vrouwen winnen steeds meer terrein in de buitenwereld, terwijl ze in het huiselijke domein geen macht hebben afgestaan. Voor mannen dreigt overbodigheid.

Single vrouwen van 55-plus (gescheiden of verweduwd) hoeven geen nieuwe man meer, althans niet om mee samen te wonen, zo bleek uit een recent onderzoek. Single mannen van die leeftijd daarentegen zoeken naarstig via internetdating naar nieuwe kandidaten om mee onder de pannen te zijn – al zoeken ze bij voorkeur in lagere leeftijdscategorieën dan hun eigen, dus misschien doen die 55-plus vrouwen alleen maar geen moeite omdat ze weten dat ze toch niet in tel zijn. Hoe dan ook, dit onderzoekje bevestigt de vaker gehoorde stelling over zelfredzaamheid van (oudere) vrouwen afgezet tegen de afhankelijkheid van mannen. Na een paar decennia zorgtaken hebben vrouwen geen zin meer om weer de sokken van iemand anders te wassen, laat staan om te moeten steggelen over de taakverdeling, en met de seks geloven ze het verder ook wel. Hun leven is al vol en interessant genoeg. Een nieuwe man over de vloer geeft alleen maar extra werk.

Oude vrouwen waren altijd al minder overbodig dan oude mannen. Daarom gaan ze ook gemiddeld op latere leeftijd dood. Ergens nut voor hebben is een bron van vitaliteit. Mannen dreigen op steeds jongere leeftijd overbodig te worden. Het is een bekend verhaal onderhand: meisjes hebben jongens ingehaald met schoolprestaties en opleidingsniveau. Zelfs op het laatste mannelijke bastion, inkomen, hebben jonge vrouwen hun mannelijke leeftijdgenoten ingehaald. Vrouwen onder de 35 verdienen gemiddeld meer dan mannen onder de 35. Na een halve eeuw feminisme en bijbehorende overheidsmaatregelen is er eindelijk sprake van een level playing field met min of meer gelijke kansen en vrouwen lijken er beter gebruik van te maken dan mannen.

Vrouwen hebben dan ook de wind mee in een maatschappij waarin productiewerk en maakindustrie zijn vervangen door een diensteneconomie, zware arbeid door machines wordt opgeknapt en de communicatiesector steeds belangrijker wordt. Voor mannen met laagbetaalde, traditioneel mannelijke banen is minder emplooi. Zo winnen vrouwen steeds meer terrein in de buitenwereld, terwijl ze in het huiselijke domein (voortplanting en kinderopvoeding) geen macht hebben afgestaan. Integendeel: dankzij de pil en toegankelijke abortus is ook de voortplantingsmacht van vrouwen alleen maar toegenomen. Zij kunnen eenzijdig beslissen of zij wel of geen kind geboren laten worden. Doordat vrouwen hun talenten aan bod laten komen zonder dat dat ten koste gaat van het moederschap, kunnen zij zich ontwikkelen tot allround mensen. Daarvoor hoeven ze niet eens met een partner samen te leven. Scheidingen worden vooral door vrouwen geïnitieerd. Nog even en de man komt er niet meer aan te pas, behalve als (desnoods anonieme) fourneerder van zaadcellen.

Teruggebracht tot de essentie komt de tegenstelling tussen het mannelijke en het vrouwelijke neer op ‘buiten versus binnen’

De oplossing voor de dreigende overbodigheid van mannen ligt voor de hand: zij moeten ook allround mensen worden en hun aandacht gelijkelijk verdelen tussen de taken buitens- en binnenshuis. Dat gebeurt ook al in ruime mate. Mannen en vaders nemen veel meer deel aan de dagelijkse besognes van het gezinsleven: zorg voor kleine kinderen, koken en schoonmaken. Er zijn ook voorbeelden van gezinnen met een algehele rolwisseling: de vrouw als kostwinner en de (werkloze) man als huisman met zorgtaken. Maar de volledige gelijkschakeling verloopt moeizaam en niet van harte.

Misschien omdat de gelijkheidsideologie tegen haar grenzen oploopt? Neem het betaalde verlof van een aantal dagen voor jonge vaders na de geboorte van een kind om de band tussen vader en kind te stimuleren. Klinkt idyllisch, maar het effect van twee vrijgestelde volwassenen naast de wieg van de baby zal zijn dat de kraamzorg afgeschaft wordt. Vooruitgang? Een jonge, onervaren moeder lijkt meer gebaat te zijn bij tien dagen praktische kraamzorg dan bij een partner die uit alle macht aan de slag gaat om een band met het nageslacht op te bouwen.

Verbazend is vooral de onbenulligheid van deze remedie voor het verschil in betrokkenheid tussen een vader en een moeder. Alsof lijfelijke vaderlijke aanwezigheid gedurende de eerste paar levensdagen ook maar enig gewicht in de schaal legt! Vanzelfsprekend bouwt een vader een band op met zijn pasgeboren kind, maar een fulltime baan vormt daarvoor geen belemmering, net zomin als een latere papadag daarvoor een voorwaarde vormt. Een hechte vader-kindrelatie opbouwen kan heel goed ’s avonds en in het weekend gebeuren. En als die vader toevallig op zee, op oorlogsmissie of anderszins op expeditie is, kan hij ook prima een paar maanden of zelfs een jaar later ermee beginnen.

Bij de versmelting van eitje en zaadcel beginnen alle embryo’s hun leven in vrouwelijke vorm. De default van de mens is dus vrouwelijk

Vanuit het perspectief van de baby valt sowieso elke andere aanwezigheid in het niet tegen het overdonderende geweld van het complex ‘dragen, baren en zogen’, oftewel de moeder. Zolang er gezoogd wordt, is de moeder ontegenzeggelijk de enige zon in het universum van de baby. Maar die achterstand loopt de vader later wel weer in op andere gebieden.

Goed vaderschap bestond traditioneel uit kostwinnerschap en bescherming. Ervoor zorgen dat het gezin een dak boven het hoofd en te eten had. Verder kwam er trouw aan te pas, zowel aan de vrouw als aan de kinderen. En ten slotte werd er actieve betrokkenheid bij de kinderen verwacht. Als een vrouw geslachtelijk voorbestemd is tot kinderen voortbrengen, is het logisch dat de zogende, koesterende taken aan haar toevallen en dat de man zijn krachten inzet voor de fysieke overleving van het geheel. Een door de natuur gedicteerde, maar daarom niet minder efficiënte taakverdeling die ook doorwerkt in de verschillende dingen die vaders en moeders doen met hun kinderen.

Teruggebracht tot de essentie komt de tegenstelling tussen het mannelijke en het vrouwelijke neer op ‘buiten versus binnen’. De moeder zit binnen haar kind te zogen, terwijl de vader buiten in de mijnen kolen delft. De ene activiteit is niet speciaal interessanter dan de andere, maar ze zijn wel allebei van levensbelang. Ondanks alle culturele aardverschuivingen die hier overheen zijn gegaan, en niets heeft zo’n grote invloed gehad als het feminisme, zit het oerbeeld van de zo(r)gende vrouw en de eropuit trekkende man nog steeds stevig verankerd in ieders psyche. Het is een beeld dat zich niet zo makkelijk terzijde laat schuiven.

Illustratie: Zeloot
Illustratie: Zeloot

Binnen de post-feministische gelijkheidsideologie is het gebruikelijk om man-vrouwverschillen te reduceren tot irrelevante lichamelijke verschillen, die voor de rest van het leven betekenisloos zijn. Het ontkennen van elk verschil gebeurt van de weeromstuit, juist omdát vrouwen eeuwenlang onderdrukt zijn geweest, op z’n best beschouwd als tweederangsburgers, opgehokt in het binnendomein, terwijl mannen buiten alle lakens uitdeelden en plezier maakten. Wanneer het over ‘mensen’ ging, werd altijd ‘mannen’ bedoeld. In veel talen is zelfs het woord voor ‘mens’ hetzelfde als het woord voor ‘man’. De man was het vanzelfsprekende uitgangspunt (de default) en de vrouw was de (vaak een beetje minderwaardige) afwijking van de standaard. Nog steeds geldt in grote delen van de wereld, vooral in de moslimcultuur, de man als vanzelfsprekend superieur.

Interessant genoeg is het idee van de man als default wetenschappelijk onderuit gehaald: bij de versmelting van eitje en zaadcel beginnen alle embryo’s hun leven in vrouwelijke vorm. Na zes weken komt er bij iets meer dan de helft van de embryo’s een stroom testosteron vrij die zorgt voor de aanleg van mannelijke kenmerken en eigenschappen. Alsof er een wissel wordt omgezet, waardoor de helft van de populatie afbuigt richting man zijn, terwijl de andere helft op koers blijft liggen voor het vrouw zijn. De default van de mens is dus vrouwelijk.

Die vrijkomende testosteronstroom is een radicale schokgolf. Vergeleken hierbij verloopt de ontwikkeling van een vrouwelijk embryo soepel en geleidelijk. Lichaam en geest zijn geen afzonderlijke entiteiten, maar onlosmakelijk met elkaar verweven. Het lijkt nogal voor de hand liggend dat de afbuiging in mannelijke richting niet alleen zorgt voor de aanleg van geslachtsorganen, maar ook van invloed is op psychische eigenschappen en geneigdheden die mannelijkheid verder inkleuren. Alles in statistische zin, vanzelfsprekend: de uitspraak ‘mannen zijn groter en sterker zijn dan vrouwen’ betekent dat 80 procent van de mannen groter en sterker is dan 80 procent van de vrouwen. Het feit dat vrouwen onderling meer in lengte verschillen dan het gemiddelde lengteverschil tussen mannen en vrouwen doet niets af aan de werkelijkheid van het groepsverschil.

Voor fysieke eigenschappen als lengte en kracht is hier geen onenigheid over, omdat je dat met je eigen ogen zien kunt. Waarom zouden sekseverschillen op het gebied van psychische geneigdheden dan onbestaanbaar en onbespreekbaar zijn?

De scores van vrouwen zijn veel meer in het midden geclusterd, terwijl die van mannen zich vaker in de extremen bevinden

Als een man biologisch voorbestemd is tot kracht, dan is het handig als hij daarbij ook daadkrachtig, ondernemend, moedig, ambitieus en onsentimenteel is. Hij moet tenslotte de wereld in. Vrouwen beschikken in potentie evengoed over deze eigenschappen, maar ze worden er niet op afgerekend. Vrouwen kunnen prima een beetje passief en bangig zijn, geen grootse plannen in het leven hebben zonder dat dit negatief afstraalt op hun vrouwelijkheid. Dit zijn misschien niet de leukste vrouwen (zeker niet in deze tijd), maar het type bestaat ontegenzeggelijk. Ze kunnen gewoon wegkomen met zwijgend mooi zitten te zijn en afwachten tot er een vrijer op hen afkomt. Iets minder schril: terwijl een ambitieuze, hoog-presterende vrouw voorbestemd lijkt voor de top, kan ze ineens besluiten tot een carrièrewending naar rustiger vaarwater omdat ze meer tijd aan de kinderen wil besteden.

Mannen vormen een meer diverse groep dan vrouwen. Er zijn geen significante verschillen tussen mannen en vrouwen in intelligentie, taalvaardigheid, wiskundig talent, handvaardigheid, muzikaliteit enzovoort. Maar de scores van vrouwen zijn veel meer in het midden geclusterd, terwijl die van mannen zich vaker in de extremen bevinden. In de allerhoogste wiskunderegionen bevinden zich tien keer zoveel mannen als vrouwen. Ook topkunstenaars, -wetenschappers en uitvinders, miljardairs, CEO’s van grote bedrijven en legergeneraals zijn bijna altijd man. Daar staat tegenover dat er ook tien keer zo veel mannen als vrouwen in de laagste twee procent van de IQ-test scoren en dat er meer mannelijke criminelen, autisten, psychopaten en daklozen zijn dan vrouwelijke.

Illustratie Zeloot
Illustratie Zeloot

De verschillen zijn goed verklaarbaar vanuit de biologie: de stoot testosteron in de baarmoeder bereidt het embryo voor op een leven van risico nemen. Zonder de bereidheid om risico’s te nemen zou de extra fysieke potentie maar verspilling zijn. Zonder een minimum vertoon van stoerheid op een of ander gebied (hoeft zeker niet fysiek te zijn) lukt het een man niet om een vrouw voor zich te winnen. Risicobereidheid is wat een man tot een man maakt. Geen wonder dat er gaandeweg ook veel mislukt. Buiten is het gevaarlijker dan binnen. Jonge mannen zijn altijd degenen geweest die ten oorlog trokken en bij bosjes sneuvelden. Mannen waren degenen die zich inscheepten voor ontdekkingsreizen om te kijken of het elders beter was. Tot voor kort is bijna alle vooruitgang op wetenschappelijk en technologisch gebied, inclusief de hoogtepunten in de kunsten, aan de tunnelvisie en waaghalzerij van mannen te danken geweest. Risicobereidheid heeft een prijs: minder kans op overleven en op voortplanting. DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat alle mensen die nu leven afstammen van 60 procent van de vrouwen en 40 procent van de mannen. Het merendeel van de mannen die ooit hebben geleefd, slaagde niet eens in de voortplantingsmissie, een lot waarvan de enorme hoeveelheid zaadcellen die nooit hun doel bereiken een voorafschaduwing vormt.

De man met zijn middelpuntvliedende krachten is allang niet meer de menselijke default. Die rol is aan de middelpuntzoekende vrouw toegevallen en het vrouwelijke geldt als norm.

Een supersexy vrouw
De hedendaagse man staat voor grotere problemen om zich tot allround mens te ontwikkelen dan de vrouw, die alleen maar baat heeft bij het volgen van een goede opleiding en het doen van interessant werk. Mannen worden juist geacht een stapje terug te doen en zich meer om het huiselijke domein te bekommeren. In een gevestigde relatie, waar partners als een team opereren, is de discussie over ‘wie doet de afwas’ inmiddels wel achterhaald. Maar op het gebied van versieren en hofmakerij bejegenen mensen elkaar als man of als vrouw en niet als mens. Voor vrouwen schuilt mannelijkheid in onvervaardheid, zelfmanifestatie, moeite doen en de bereidheid om risico’s dan wel blauwtjes te lopen. Voor mannen zit vrouwelijkheid in aantrekkelijkheid gecombineerd met bereidwilligheid. Mannen moeten aan hogere eisen voldoen dan vrouwen.

In de roman The Love Affairs of Nathaniel P. van Adelle Waldman doet de hoofdpersoon zijn best om een relatie in stand te houden met een aantrekkelijke, zachtaardige vrouw, geen girly girly type, maar iemand die inhoudelijke doelen nastreeft en hetzelfde vakgebied heeft als hij. Het stel lijkt een ideale match, maar het lukt hem niet om zijn reserves te laten varen. Dat gebeurt pas wanneer hij valt voor een supersexy vrouw met wie hij een relatie van hysterische ruzies en dampende seks krijgt. Zo anders dan hoe een moderne relatie eruit hoort te zien (gelijkheid, consensus, gevoelens verbaliseren, agenda’s afstemmen) dat het bijna voelt als falen, als iets waarvoor hij zich zou moeten schamen tegenover de buitenwereld. Dat is natuurlijk niet zo, maar het zegt wel iets over de verwachtingen waaraan een man moet voldoen: is het nog wel correct om je te verslingeren aan een supersexy vrouw?

En dat terwijl je als man ook nog geacht wordt om je níét uit de voeten te maken wanneer er een lawine op je afkomt. In de film Turist verzaakt de man impulsief zijn plicht tot gezinsbescherming door ervandoor te gaan. De lawine richt geen schade aan; toch heeft de man gefaald, want hij betoonde zich een lafaard. Het is twijfelachtig of een vrouw met dezelfde impulsieve vluchtreactie dezelfde morele afkeuring zou ontmoeten.

Zolang een man pal blijft staan voor de lawine en op allerlei andere fronten meer dan bereid is om het vuile werk op te knappen, verdient hij dispensatie voor ingeroosterde papadagen.