De evolutie van de ‘nonnenziekte’

Een van de bekendste nummers uit het monumentale repertoire van Kinderen voor Kinderen is het ‘tietenlied’ uit 1998. Het gaat over een meisje dat schrikt van haar borstontwikkeling. Het refrein gaat, ietwat ingekort, zo: ‘Ik zat in bad, gewoon in bad, een beetje met het sop te klieren. Voel ik ineens twee kleine bobbels waar volgens mij eerst nog niks zat. En dat hoort niet, ik hoor plat. Dus sinds een uur ben ik niet meer te genieten. Help, help, help! Ik krijg tieten…’

Honderdduizenden Nederlandse meisjes in de beginnende puberleeftijd luisterden destijds naar het liedje en herkenden zichzelf in de Gooise geluksvogel die het live mocht zingen op televisie. De pubers van toen zijn inmiddels jonge vrouwen van tussen de vijfentwintig en de dertig. Velen van hen komen net van de universiteit of hogeschool. Zijn druk bezig hun carrière van de grond te krijgen. Moeten nog niet dénken aan het stichten van een gezin. En laten daar nou die...