Kunst

indvlagen jagen om het huis. Joelende kinderen fietsen langs. Een man vraagt de weg. Een deur klapt dicht. Een fiets loopt aan, een eend kwaakt. Ik hoor getrappel en gerinkel. En als er even niemand langskomt, ruist de stad.

Ik probeer me stiller te maken dan de tijd. Ik houd mijn adem in en verroer me niet. Maar er beweegt te veel in mijn omgeving en alles maakt geluid.

Toen ik vanmorgen begon met weerstand bieden aan het voorbijgaan van seconden, minuten, zag ik een starre Thaise verkeersagent in de krant (NRC Handelsblad, 11 oktober). Hij staat al zo lang in het water dat hij niet merkt dat er geen verkeer meer langskomt. De man staat zo stokstijf dat de tijd van hem afglijdt. Het is alsof hij me de weg wijst: ‘Die kant op. U moet de andere kant op, mevrouw.’

Ik doe wat hij zegt: ik stel me voor dat alles wat ik zie, teruggespoeld wordt in de tijd. Het vliegtuig dat laag overvliegt, beweegt zich terug naar waar het vandaan kwam. Kortstondig lukt het. Het is alsof mijn...