Tip: lees voor het lezen van deze brief eerst Grunbergs reportage vanuit ‘ufo-stad’ Sedona.

Van Arnon, niemands apostel, aan alle heiligen en ook aan hen die minder heilig zijn, aan hen die bezig zijn ten onder te gaan, vrede zij met u.
1. ‘We konden uitstekend overweg met God, zolang we temidden van voorname angsten leefden,’ schrijft Cioran. ‘Toen andere angsten, smeriger want dieper, ons begonnen te belagen, hadden we een ander referentiesysteem nodig, een andere baas. De Duivel was daar geknipt voor.’
Ik ben naar u gekomen als een kleine duivel, een tovenaar zonder tovenaarskunsten, een assistent van de assistenten, de boodschappenjongen.
Wij hebben geprobeerd God waardig te zijn. Nu gaat het erom, zoals Cioran schrijft, de duivel waardig te zijn. Wie wil weten wie de duivel is, moet eerst de vraag stellen: wie ben ik?

Zou hij weten dat ik de kleinste duivel van de kleine duivels ben?

>2. Ik wil u vertellen over mijn ontmoeting met de genezer Rahelio in een buitenwijk...