Na acht van de twintig colleges die Freek de Jonge onder de titel ‘Mijn koude oorlog’ geeft in het Rijksmuseum is duidelijk dat dit een uniek project is. Het is de microgeschiedenis van zijn familie en carrière gecombineerd met de macrogeschiedenis van Nederland en de wereld. Een publiek zelfonderzoek.

Er zijn natuurlijk veel voordelen aan om Hans Teeuwen te zijn, maar ook nadelen. Over één ervan had Freek de Jonge het een tijdje geleden in een interview op de radio. Hans Teeuwen heeft zijn bestaan zo ingericht dat hij altijd leuk moet zijn. Hij kan nooit eens niet leuk zijn. Zelfs als hij in een winkel op zijn beurt moet wachten maakt de humor zich van hem meester, hij moet dan iets zeggen of doen. Die drang neemt bezit van hem, daar heeft hij bijna niets over te zeggen. Bij Freek de Jonge is het snedige terzijde ook nooit ver weg, maar er is in principe een duidelijke scheiding tussen zijn dagelijks leven en zijn optredens. Hij laat die twee niet standaard door elkaar...