Stephan Sanders

Één weekje maar, hadden we bedacht, mijn man en ik, en dat weekje zou worden doorgebracht aan de zuidwestkust van Spanje, waar alleen Spanjaarden vakantie vieren. Zegge en schrijve drie Nederlanders tegengekomen. De eerste, een aardige, nieuwsgierige man, die tijdens zijn vakantie ook nog een cursus Spaans volgde, vroeg: ‘Waarom zo kort?’

En ik hoorde mezelf zeggen: ‘Wij houden eigenlijk niet zo van vakantie, mijn man en ik.’ Lieve hemel, hoe snobistisch kan een mens klinken.

De twee andere Nederlanders deelden met ons het hotel, een oud klooster met monumentale, marmeren gangen en een lift die z’n beste tijd had gehad. Helemaal verantwoord dus. Maar op de dag van aankomst waren de kamers nog niet gereed en moesten we even wachten in de court – fontein, 37 graden, schaduw. Het was nog vroeg, 12.30 uur, maar we hadden al gevlogen en bestelden bier. Het zag er idyllisch uit, dat zeiden die twee andere Nederlanders ook: ‘Als je toch moet wachten, dan maar hier.’

Toen...