Gerard Rooijakkers loopt vanuit zijn huis de rivierdijk op en wijst naar de overkant van de Maas. Historische grond. In 1934 werden daar twee broers vermoord door de Bende van Oss. De buit was klein, de commotie in de gemeenschap groot. Het was het startpunt van een ongekende klopjacht die leidde tot de ontmanteling van een crimineel netwerk waarin zeven families actief waren met een geschiedenis van misdaad die wel twee of drie generaties terugging.

Rooijakkers kent zijn klassieken. De historicus en volkskundige werkte mee aan de in 2011 verschenen film over de Bende van Oss, een stad die hij in een radio-interview eens Chicago aan de Maas noemde. Een metafoor die hem door de huidige bestuurders niet in dank werd afgenomen, maar ‘je moet het beest in de bek kijken,’ lacht hij.

Familiebedrijven gedijen van oudsher goed op Brabantse grond, zowel legale als illegale, vervolgt hij. Dat gold voor de achttiende-eeuwse plattelandsbendes, de negentiende-eeuwse smokkelbendes en de...