‘Nee, ik voel er niets voor,’ zei de graficus M.C. Escher toen ik hem vroeg om een interview. En: ‘Goed, als u dat risico nemen wilt’ zei hij, na mijn voorstel toch naar hem toe te gaan en af te wachten, hoe we op elkaar zouden reageren. Wat nu volgt is het resultaat van twee middagen in zijn atelier in Baarn. Dat wordt, net als de rest van het huis, door een grote omringende tuin gescheiden van de weg en de buren. We zitten naast elkaar bij de tekentafel, waarboven, aan een stok, pas afgedrukte houtgravures drogen. Verder hangt nergens werk van hem, ook niet in zit- en eetkamer. Hij verdraagt het niet om zich heen. Op een kast: bollen, kubussen, prisma’s van papier, hout en glas.

M. C. Escher (mager, vrij lang, blik — althans nu — speels, uitdagend): ‘Mijn werk heeft niets met de mens, niets met psychologie te maken. Ik ben veel celebraler dan Willink. Ik wens helemaal niet diep te zijn. Ik weet dat ik in dit werk niets verberg. Als Carel Willink een naakte...