Twee jaar geleden wilde meneer Kaya ‘stoppen met de wereld’. Hij was dakloos en vastgelopen in het systeem. Toen raadde een kennis hem een stichting van ene mevrouw Özlem aan. ‘Hij zei: zij gaat jou helpen. Ik zei: dit is mijn laatste. Want ik was ook bij andere stichtingen geweest.’ Daar werd hij steeds doorverwezen. ‘Ik werd steeds gekker en gekker.’

‘Mevrouw Özlem’ is Özlem Bayar, directeur van stichting Raad is Daad. Ze staat met Kaya (die liever alleen met zijn achternaam in Vrij Nederland wil) voor de deur van een buurthuis in een winderig stuk Amsterdam Nieuw-West. Het is negen uur ’s ochtends en de kantine van het buurthuis zit al vol mensen. Ze zijn hier voor financiële hulp. Soms omdat ze zoals Kaya aan de grond zitten, soms om een geëxplodeerde energierekening, soms gewoon voor het aanvragen van WW. Dingen die voor de gemiddelde Nederlander al ingewikkeld zijn en zéker voor mensen die mede door een taalachterstand sociaal geïsoleerd zijn. Kaya,...