Dankzij de internationale baan van zijn vader groeide Eric (64) op met een diepe liefde voor het Midden-Oosten. Hij werd geboren in Turkije, woonde in Libanon en Marokko en bezocht door de jaren heen Syrië, Jordanië, Tunesië en Egypte. ‘Ik hou van het zwoele klimaat en de eeuwenoude cultuur, maar vooral van de mensen, die hun tijd, huis en eten zo ruimhartig met je delen. Als er iets in hun DNA zit, is het gastvrijheid’, vertelt hij.
polarisatiepijn
Laura van der Burgt portretteert Nederlanders die worstelen met polarisatie. Tips? [email protected]
Ook het conflict tussen Israël en Palestina is onlosmakelijk met het Midden-Oosten verbonden, daar weet Eric alles van. Tijdens de Libanese Burgeroorlog ging hij naar de middelbare school in een christelijke wijk van Beiroet. ‘Als er na school in de buurt werd gevochten, moest ik blijven slapen in de kelder van vrienden die vlakbij woonden. Vooral de sluipschutters van de PLO, de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie, waren berucht. Een van mijn beste schoolvrienden werd neergeschoten toen hij de antenne op het dak wilde repareren. Als je zoiets meemaakt, begrijp je wat haat kan doen met mensen. Ik heb het zelf gevoeld.’
Het moet diezelfde haat zijn geweest die de Hamasstrijders op 7 oktober tot hun gruwelijke daden bracht – en de Israëlische regering op alle dagen daarna. ‘Wraakzucht haalt het slechtste in de mens naar boven. In het Midden-Oosten wordt de haat al tientallen jaren gevoed, aan beide kanten. Met elke familie die wordt vernederd, uit elkaar gerukt of afgeslacht, groeit de haat.’
‘Never again, en als we dat echt menen, moeten juist mensen zoals ik opkomen voor de Palestijnen en stelling nemen tegen de massamoorden in Gaza’
Om zijn bezorgdheid over escalatie van het conflict te uiten, liep Eric op 15 oktober mee met de eerste pro-Palestinademonstratie in Amsterdam. Ook sprak hij zich op X en LinkedIn uit voor vrede en tegen de Israëlische regering. ‘Ik heb Israël vaak bezocht. Lange tijd beschouwde ik het als mijn Noordster, een lichtend voorbeeld van hoe mooi een land kan zijn. Maar sinds Netanyahu aan de macht is, lijkt het alsof de Palestijnen worden gezien als een onderras. Ik vind dat ik me daar als Nederlander tegen moet uitspreken, juist omdat ik er als autochtoon niet zelf door bedreigd word. Afgelopen jaar bezocht ik het Holocaust Museum, en wat me daar het meest heeft geraakt, is hoeveel welgestelde Duitsers vonden dat de Joden moesten worden uitgeroeid, omdat zij hen als untermenschen zagen. Never again, zeiden we daarna – als we dat echt menen, moeten juist mensen zoals ik, die zelf niet in gevaar zijn, nu opkomen voor de Palestijnen en stelling nemen tegen de massamoorden in Gaza.’
Of Eric met zijn online kruistocht anderen aan het denken zet? Het lijkt eerder een omgekeerd effect te hebben. Naast de aanvankelijke steunbetuigingen ontvangt hij nu vooral verwensingen: ‘Ze noemen me antisemiet, Jodenhater, Israël-analfabeet en Hamas-lover. Hoewel ik mijn best doe om genuanceerd te blijven, lukt dat niet altijd. Als ik word uitgescholden, laat ik me weleens gaan. Mijn vrouw ergert zich daaraan, ze vindt dat ik vuur niet met vuur moet bestrijden. Maar ik kan het niet helpen. Die eenzijdige anti-Palestina-haatzaaierij maakt me gewoon ontzettend kwaad.’
De gevolgen die Eric ondervindt van zijn uitgesprokenheid reiken nog verder. Zo liet een Israëlische klant aan zijn werkgever weten dat hij geen zaken meer wilde doen met ‘this guy’. Ook werd hij afgedankt als gids van een groep kunstliefhebbers die hij in Amsterdam zou rondleiden. ‘Twee Joodse leden van de organisatie vonden mijn anti-Netanyahu-berichten antisemitisch en voelden zich er onprettig bij dat ik die tour zou leiden. Ik vroeg het bestuur meermaals of ik met ze in gesprek kon, maar dat mocht niet. Het maakt me boos en verdrietig dat zelfs kunst – de hoogste vorm van hoop – inzet is geworden van het conflict. Hoe komen we ooit weer tot elkaar, als je meteen wordt gecanceld om je mening? Gelukkig zijn er ook politici in Nederland die wel in het midden gaan staan. Daar vestig ik mijn hoop op.’