Ver van de gebaande paden volgt Daniël Lohues zijn eigen koers. Zo is hij uitgegroeid tot een unieke stem in de Nederlandse popmuziek. ‘We hebben geen volksmuziek, zoals de Ieren of de Italianen. Dus je bent als Nederlander altijd aan het lenen.’

Dat liedjes in de lucht hangen en door mensen met het juiste talent alleen maar geplukt hoeven te worden, is niet alleen een cliché, het zegt ook vrij weinig. Gelukkig zijn er mannen als Daniël Lohues, die zo’n raadselachtig verschijnsel opeens heel inzichtelijk kunnen maken. ‘Laatst loop ik met m’n mandje door de supermarkt in Erica, waren ze op de slagersafdeling verse worst aan het sealen met een machine. Ik denk: hé, apart geluid, even de oren spitsen. Worst op zo’n bakje: póng. Plasticje erop: gkkk. Dat seal-ding eroverheen: zóéfff. Bij elkaar was het een mooi melodietje. Dus ik snel naar huis. Heb je dat liedje gehoord op mijn nieuwe plaat, “Soms stiet de tied eben stille”? Da’s nu het intro.’

Hij zit...