Waarom hebben de Surinaamse- en al die andere streepjes-Nederlanders meer dan jij? Dit, schrijft Stephan Sanders, is xenofobie: niet de angst voor het vreemde, maar de afgunst vanwege het gebrek aan alternatief.

Een paar weken geleden zat ik in een vliegtuig dat bezig was om te landen in Suriname. De mensen om me heen, meest Surinaamse Nederlanders, werden bevangen door een zekere koortsachtigheid. Iemand zong een lied in het Sranan. We gingen niet naar een land dat als een veld vol broccoli onder ons lag; we gingen naar Huis.

Maar het was niet mijn thuis, niet mijn jeugd die ik daar zou tegenkomen. En net toen ik de heilige opwinding van mijn medepassagiers wilde afdoen als overdreven, voelde ik ineens de jaloezie. Zij hadden allemaal een extra land achter de hand. Ik niet. Geboren en getogen Nederlander. Nu zijn Surinaamse Nederlanders royaal in hun chauvinisme; ik heb vaak gemerkt dat ik gewoon word meegeadopteerd als ik daar ben. De bevolkingssamenstelling is er al zo lang...