De deur zwaait open en daar staat Wouter Bos, in hemdsmouwen. Met een brede glimlach op zijn gezicht brengt hij de twee verslaggevers een militair saluut. Zijn hakken klikken tegen elkaar. ‘Heren, welkom!’

Wouter Bos heeft een goed humeur en de hele wereld mag het weten. Sinds het uitbreken van de financiële crisis werkt de minister van Financiën en vice-premier tussen de tachtig en honderd uur per week, maar hij bruist van de energie. ‘Ik leef op adrenaline,’ zegt hij. ‘Mijn voorgangers Wim Kok en Gerrit Zalm hebben de afgelopen tijd allebei aan me gevraagd: pas je wel goed op jezelf? Ook zij hebben crisissituaties meegemaakt. Ze weten dat je op adrenaline heel lang kunt doorgaan, totdat het echt op is.’

Hoe Bos het volhoudt? Door weinig te drinken (‘Niet dat ik anders zo’n zuiplap ben, maar toch’). Door als hij thuis is ook écht thuis te zijn – en anders zorgen zijn vrouw en zijn dochtertjes er wel voor. ‘Dan verstoppen ze mijn mobiele telefoon,’ zegt hij grinnikend. Wat...