Een fictioneel personage heeft ‘mentale ansichtkaarten’ nodig om geloofwaardig te zijn
Het NIAS, Netherlands Institute for Advanced Study, is gevestigd in een oude, uit baksteen opgetrokken villa in een lommerrijke buurt van Wassenaar, en vormt een soort menselijk internet waarbinnen academici uit tal van landen werken en elkaar ontmoeten.

Het NIAS en het Fonds voor de Letteren gunden mij het voorrecht er van januari tot juni 2006 te mogen rondlopen om mij te verdiepen in het dagelijks leven in het Holland van de achttiende eeuw en de geschiedenis van de VOC in Nagasaki. Onder mijn vrienden en collega’s aan het instituut bevonden zich een Roemeense taalwetenschapper, een uit Boston afkomstige vertaler van IJslandse sagen, een economisch adviseur van president Poetin en een Brits-Nederlands gezelschap van mediëvisten. Hun geduldige antwoorden op mijn beginnersvragen leidden dikwijls tot gesprekken die tot de meest inspirerende en diepgravende uit mijn hele leven behoren,...