Stel: Turkije heeft zich in de jaren na de Tweede Wereldoorlog economisch hard ontwikkeld. En stel: Nederland is arm en grotendeels agrarisch gebleven. De Turkse industrie bloeit en al snel ontstaat er een arbeidstekort. Ankara besluit vervolgens om ‘gastarbeiders’ uit Nederland te halen.

Grote groepen mensen uit gebieden als Staphorst, de Achterhoek, Zuid-Limburg, Zeeland en Friesland vertrekken naar Turkije om daar te werken. Na een paar jaar brengen ze hun vrouwen en kinderen over. De Turkse overheid constateert dat de Nederlanders geen ‘gasten’ meer zijn. Vanuit Ankara besluit men dan integratiebeleid te maken. En stel dat de Turkse overheid dan organisaties zoals de SGP, Opus Dei en de NSB gaat subsidiëren om in Turkije de ‘integratie’ van Nederlanders te bevorderen.

Deze ultraconservatieve en extreemrechtse clubs krijgen geld en faciliteiten om allerlei stichtingen, scholen, media en internaten op te richten in Turkije. Dit noemt men in Turkije...