Interview Maurits Rubinstein

Op een dag tuurde Maurits Rubinstein uit het raam van zijn uitgeverij aan de De Ruyterkade in Amsterdam. Zijn blik bleef rusten op een putdeksel, verscholen in het gras. Nieuwsgierig stommelde hij naar beneden, naar buiten, en tilde het deksel op. Hij keek in een gapend gat en besloot op onderzoek uit te gaan. Via een stalen laddertje daalde hij af in het pikkedonker. Na vijf meter had hij nog geen vaste grond onder de voeten. Als hij nu viel, zou het dagen duren eer hij gevonden was. Maar bang was hij niet. Integendeel, daar in de donkerte bedacht hij een fantastisch plan: in dit onderaardse gewelf kon hij straks de attracties van zijn ’tractatiepark’ De Chocoladefabriek kwijt!

‘Ach, je bent jong en je wilt wat,’ besluit Maurits Rubinstein (46) zijn verhaal over de opzienbarende vondst een paar jaar geleden. Hij zit ontspannen aan een houten tafel in zijn uitgeverij Rubinstein, inmiddels gevestigd op het Amsterdamse Prinseneiland, waar hij met zijn...