‘Een iconisch beeld’, volgens Trouw. De foto van een aangespoeld kindje. Dood, als een weggesmeten lappenpop, in de branding op het Turkse strand.

Aylan Kurdi, heet hij. Drie jaar oud. Kleine voeten, kleine handen, spekkige armpjes en kuitjes – zoals die een peuter zo goed staan – en in een broek waarin hij nog kan groeien. ‘Het gezicht van alle bootvluchtelingen die Europa proberen te bereiken.’ De golven rukken aan zijn rode shirtje, dat door het zoute water pas gewassen lijkt. Zijn stille voetjes trekken sporen in het zand.

Aylan kwam uit Kobani, een Koerdische stad in het noorden van Syrië. Vlak bij de grens, die hij niet over mocht. Hij kende zijn kleine, korte leven lang niet anders dan oorlog. De PYD, de Syrische tak van PKK, en IS voeren al maanden een bloederige strijd om Kobani. Geen vierkante meter is er nog veilig.

Hij zat op de boot met twintig andere vluchtelingen. ‘Trek je rode shirt maar aan,’ had zijn moeder vast gezegd. ‘Dan verliezen we je...