Componeren – en nadenken, theoretiseren en polemiseren over muziek – vormden de spil van het bestaan van Peter Schat, dat verder vol was van revolutie, experiment en engagement. Stephan Sanders was vanaf zijn 23ste intiem bevriend met Schat.

Ik kende hem wel, van naam en één muziekstuk dat ik ooit bij een oudere muziekvriend had beluisterd, (‘To You’, 1972, met een zangpartij die schreeuwde naar de hemel) maar ik kende hem niet persoonlijk. Ik wist bijvoorbeeld niet dat zijn wenkbrauwen en vooral zijn wimpers transparant waren. Verbrand, zo zag het eruit. Hij begon dan over Lucebert en ‘in deze tijd heeft wat men altijd noemde / schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand.’ En meteen er achteraan: ‘Maar we laten het er niet bij zitten.’

Als ik hem zag, en dat was de eerste jaren dagelijks, zou ik altijd weer even schrikken van die tere, bijna weerloze oogopslag. Hij scheen mij toen, ergens in 1984, in de studentenmensa in de Amsterdamse Damstraat, een...