Het titelverhaal van de nieuwe verhalenbundel van Merijn de Boer, De geur van miljoenen, telt maar elf pagina’s. De schrijver komt in de eerste zin direct bondig ter zake: ‘Edzard Maris, 32 jaar en al gepromoveerd chirurg, zat met zijn vrouw Anna in het vliegtuig naar Belgrado.’ We maken in die korte zin kennis met de hoofdpersoon, Edzard, die door de bijstelling achter zijn naam geportretteerd wordt als ambitieus, en in dezelfde adem, door het pas ná zijn beroep noemen van zijn partner – ‘zijn vrouw Anna’; haar achternaam is kennelijk in zijn perspectief niet belangrijk – gepresenteerd wordt als carrièreman en kostwinner met een volgzame vrouw, zoals in dat conventionele levenspatroon gebruikelijk is.

De plaats van handeling: een vliegtuigcabine. De man blijft rotsvast in zijn eigen wereld, hij verdiept zich ‘ter voorbereiding’ van zijn deelname aan een congres in een wetenschappelijk tijdschrift. Een paar zinnen daarvoor is verteld dat hij als hoofdspreker...