Opinie
‘We moeten het kapitalisme redden van zichzelf’

Het kapitalisme heeft Nederland enorme welvaart gebracht. Maar die groei heeft ook een grote keerzijde, schrijft Tweede Kamerlid Joost Sneller. In een opiniestuk pleit hij voor fundamentele hervormingen.


Fotografie Paul Dijkstra / ANP

8 minuten leestijd

De vraag is niet óf we het kapitalisme behouden, maar hoe we het kunnen hervormen. Het kapitalisme heeft ons land ongekende welvaart en vooruitgang gebracht. Het stimuleert creativiteit en vindingrijkheid en heeft als enige systeem bewezen dat het brede welvaartsgroei kan bevorderen en de vrijheid kan bewaken.

In zijn huidige verschijningsvorm maakt het kapitalisme die beloftes echter onvoldoende waar. Klimaatverandering en grote vermogensongelijkheid zijn een direct gevolg van de manier waarop de economie nu is ingericht. Bovendien faalt de markt steeds vaker in het stimuleren van innovatie en concurrentie, wat onze welvaart op de lange termijn bedreigt. Daarom moeten we nu ingrijpen. Het is aan ons om het kapitalisme fundamenteel te hervormen, zodat het in dienst komt te staan van iedereen.

Als we niet aan de machine durven te sleutelen, wordt het onmogelijk om de levensstandaard te behouden waar velen van ons gewend aan zijn geraakt: een stabiel inkomen, met een goed huis en een gezonde leefomgeving. Als motor van groei en welvaart is het kapitalisme niet kapot, maar we moeten heroverwegen met welke knoppen we die motor willen aansturen. Om onze economie eerlijker en duurzamer te maken moeten we de spelregels veranderen. Hervormingen zijn noodzakelijk. En ze zijn mogelijk.

Het concept van ‘progressief kapitalisme’ biedt een routekaart naar een rechtvaardiger, innovatiever en veerkrachtiger economisch systeem. Dit systeem kan met vier fundamentele wijzigingen worden verwezenlijkt. Door echte prijzen te berekenen, te investeren in de toekomst, marktwerking te bevorderen en goed bestuur centraal te stellen. Zo kunnen we onze welvaart behouden op een manier die niet ten koste gaat van mens en planeet.

Eerlijke prijzen

Het grootste probleem van het huidige kapitalisme is dat de prijzen van producten zelden de werkelijke kosten weerspiegelen. De impact op onze aarde – zoals CO2-uitstoot en vervuiling – is vaker niet dan wel meegenomen in de prijs die we aan de kassa betalen. Deze verborgen schade wordt afgewenteld op de aarde, samenleving en toekomstige generaties.

Bij eerlijkere prijzen hoort ook een verbetering van de arbeidsomstandigheden en lonen van medewerkers. De huidige situatie creëert een ongelijk speelveld, waarin duurzame bedrijven die wél hun verantwoordelijkheid nemen een concurrentienadeel hebben ten opzichte van bedrijven die hun productiekosten kunstmatig laag houden.

Met eerlijke prijzen kunnen we een omslag maken naar een economie waarin duurzaam ondernemen de norm is

De voedingsindustrie is het voorbeeld bij uitstek. Een hamburger kost nu een paar euro. In deze prijs wordt milieuschade niet meegewogen. Als deze kosten worden meegerekend, zou de prijs met minstens veertig procent stijgen. Hetzelfde geldt voor fast fashion. Een goedkoop T-shirt heeft een verborgen prijs in de vorm van onderbetaling van arbeiders in lagelonenlanden en het enorme gebruik van schaars water.

De oplossing voor deze problemen is actief sturen op true pricing. Door negatieve gevolgen van de productie mee te rekenen, zoals via CO2-heffingen of belastingen op grondstoffen, wordt een bedrijf gedwongen verantwoordelijkheid te nemen. Zo worden de werkelijke productiekosten en consumentenprijs met elkaar in lijn gebracht. Dit heeft als gevolg dat schone en duurzame producten uiteindelijk voor iedereen – en niet alleen voor mensen met hoge inkomens – beschikbaar zijn, en dat iedereen onderdeel uitmaakt van de transitie naar een duurzame economie.

Europa heeft met het emissiehandelssysteem een eerste stap gezet, maar de CO2-prijzen zijn nog te laag en te veel uitstootrechten worden gratis verstrekt. Ook mag wereldwijde milieucriminaliteit en illegale vervuiling niet meer een onderdeel van productieprocessen blijven. Die praktijken blijven nu veel te vaak ongestraft.

Met eerlijke prijzen kunnen we een omslag maken naar een economie waarin duurzaam ondernemen de norm is. Dit vraagt wel om internationale samenwerking, want alleen zo voorkomen we dat vervuilende productie simpelweg wordt verplaatst naar landen met minder strenge regels.

Innovatie als noodzaak

De toekomstige welvaart in Nederland hangt nauw samen met de bereidheid om te investeren in onderwijs, onderzoek en innovatie. Helaas verdwijnen we steeds meer naar de achterhoede als het gaat om publieke en private investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Terwijl landen als Duitsland en België meer dan drie procent van hun bruto binnenlands product investeren in onderwijs, onderzoek en innovatie, blijft Nederland steken op iets meer dan twee procent.

Dit gebrek aan ambitie heeft directe gevolgen. Onderzoek en innovatie zijn de motor van onze economische vooruitgang. De drift om te innoveren is essentieel voor het behoud van de werkgelegenheid en de concurrentiepositie van Nederland. Door het gebrek aan geld voor innovatie groeit onze arbeidsproductiviteit nauwelijks en hebben innovatieve bedrijven moeite om kapitaal aan te trekken. Dit is zorgwekkend. Zonder innovatie kunnen we de uitdagingen van klimaatverandering, vergrijzing en economische concurrentie met landen als China en de Verenigde Staten niet het hoofd bieden.

We moeten onze prioriteiten verleggen. Het Nationaal Groeifonds – een investeringsfonds van de overheid met als doel het duurzame verdienvermogen van Nederland te versterken – was een goed begin, maar er zijn meer structurele publieke investeringen nodig om de doelstelling van drie procent te behalen. Het huidige kabinet kiest voor de verkeerde rijrichting. Als een spookrijder koerst het kabinet af op miljardenbezuiniging op investeringsfondsen. Ook de Rabobank concludeert dat tegengesteld beleid hard nodig is. De bank becijfert dat het gebrek aan investeringen onze economie uiteindelijk miljarden meer gaat kosten dan de besparing oplevert, tot wel 5.000 euro per Nederlander.

Naast zelf investeren moet de overheid private investeringen stimuleren met fiscale prikkels, zoals belastingkortingen voor bedrijven die investeren in sleuteltechnologieën. Daarnaast moeten we durfkapitaal in Europa aantrekkelijker maken. Nederlandse start-ups en scale-ups hebben moeite om financiering te vinden, vooral in de cruciale fasen waarin ze uitgroeien van idee naar schaalbare onderneming. Europese samenwerking kan hier een verschil maken.

Concurrentie als innovator

We horen vaak dat marktwerking een probleem is. Bij sommige publieke diensten is dat ook zeker het geval. Op andere terreinen zien we echter dat er juist meer marktwerking nodig is. Meer concurrentie is de weg naar meer innovatiekracht in het bedrijfsleven en lagere prijzen voor consumenten. Waar de economische theorie uitgaat van ‘volmaakte concurrentie’ op de markt, zien we in de praktijk juist dat veel markten gekenmerkt worden door te weinig marktwerking. Marktmacht is geconcentreerd bij enkele grote spelers. Denk aan techreuzen zoals Google en Meta, maar ook aan de drie grootste Nederlandse banken. Samen vertegenwoordigen zij meer dan 80 procent van het balanstotaal. Een ander goed voorbeeld is de brillenmarkt, waar één bedrijf – EssilorLuxottica – tachtig procent van de markt in handen heeft. Dit leidt tot absurde marges van meer dan duizend procent. Dit soort machtsconcentratie ondermijnt de kernprincipes van het kapitalisme. Het leidt tot hogere prijzen voor consumenten, minder innovatie en lagere kwaliteit van diensten en producten.

Een Europese aanpak is onmisbaar bij het ingrijpen als markten slecht functioneren

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) speelt als publieke marktmeester een cruciale rol in het voorkomen van een te grote machtsconcentratie. Helaas heeft deze toezichthouder niet de middelen om actief en effectief op te treden. Daarvoor is een modernisering van de Mededingingswet noodzakelijk. Zo kunnen fusies en overnames die onder de radar blijven beter onderzocht worden. Ook moet de ACM nieuw gereedschap in handen krijgen om in te grijpen als markten slecht functioneren. Een Europese aanpak is ook hier onmisbaar, omdat techgiganten zoals Amazon en Meta grensoverschrijdend opereren. Door gezonde concurrentie te bevorderen, kunnen we markten efficiënter maken en ervoor zorgen dat bedrijven zich richten op innovatie in plaats van het uitbuiten van marktmacht.

Anders besturen

Bedrijven zijn essentieel voor onze vanzelfsprekend gewaande welvaart, maar de focus op winstmaximalisatie op de korte termijn beperkt hun vermogen om te produceren op een duurzame manier. Dit is een structureel probleem. In Nederland verplicht de wet bedrijven om primair te handelen in het belang van aandeelhouders, wat vaak ten koste gaat van bredere maatschappelijke belangen.

De introductie van de rentmeestervennootschap kan hierin verandering brengen. Dit model scheidt het recht op winst van zeggenschap. Zo is het niet meer aan aandeelhouders om te bepalen wat een bedrijf doet, en draait niet meer alles om winstmaximalisatie. Door de koers te laten bepalen door mensen die niet direct profijt van winsten hebben, is een bedrijf beter in staat om duurzame keuzes te maken: voor het klimaat, bijvoorbeeld, of door meer te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Voorbeelden zijn bedrijven als Patagonia en Bosch.

Bovendien moeten we de regulering versterken. Uiteraard moeten we onnodige of overlappende regels schrappen en oog houden voor het vermogen van kleinere bedrijven om te ondernemen, maar het is zaak om de Europese richtlijnen voor verantwoord ondernemen te ondersteunen. Voorbeelden zijn de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de Due Diligence Directive (CSDDD). Consistent en goed bestuur is geen luxe, maar een noodzaak. Alleen als bedrijven verder kijken dan de volgende kwartaalcijfers, kunnen we tot een economie komen die duurzaam en rechtvaardig is.

 

Het is nog niet te laat

Het kapitalisme is niet perfect en zal nooit in staat zijn om al onze problemen op te lossen, maar het is wel een systeem dat ons ongekende mogelijkheden biedt. Door het huidige systeem te hervormen tot progressief kapitalisme, kunnen we de kracht van de markt inzetten voor maatschappelijke vooruitgang. Dit vereist moedige keuzes en een actieve overheid. Echte prijzen voor producten, investeringen in de toekomst, meer marktwerking en goed bestuur.
De tijd dringt. Als we niets doen, betalen toekomstige generaties de prijs en zullen ze in minder voorspoed leven dan wij nu doen. Dan zal het draagvlak voor het kapitalisme verdwijnen en zijn we nog verder van huis. Maar als we nú actie ondernemen, kunnen we het kapitalisme opwaarderen en het zo behouden. Dit is de toekomst waar we voor zouden moeten gaan: een systeem dat werkt voor iedereen.

Samenleving
Gerelateerd