Dat het CDA bij de verkiezingen twintig zetels verloor, lag aan het ‘gebrek aan eensgezindheid’ en de ‘zelfgenoegzaamheid van de partijtop’. Een partijtop die ‘als vanzelf rekende op regeringsverantwoordelijkheid’. De campagne werd gekenmerkt door een ’technocratische aanpak’ en was ’te eenzijdig economisch van toonzetting’. Het sociale gezicht van het CDA werd verwaarloosd. Niet verstandig van een partij die met het evangelie als richtsnoer een appèl aan de samenleving wil doen: ‘Als politiek nog alleen om economische en materiële belangen draait, kan net zo goed op een andere partij worden gestemd.’

Geen slechte analyse van de oorzaken van de gigantische nederlaag die het CDA op 9 juni leed. In werkelijkheid zijn de citaten afkomstig uit mijn notitieblokje van zomer 1994. In Doorn presenteerde Til Gardeniers haar vernietigende Rapport Evaluatiecommissie. De zelfgenoegzame partijleiders die ‘als vanzelfsprekend rekenden op regeringsverantwoordelijkheid’ heetten niet Jan Peter...