De lucht betrekt terwijl we Aleppo naderen. Dat is goed nieuws: bij bewolkt weer blijven bommenwerpers vaker aan de grond. Inwoners nemen de kans waar om te vluchten uit hun belaagde stad. Auto’s met opgetaste matrassen, rollen tapijt en stoelen laveren over een wegdek vol kraters. Sommige ontheemden komen te voet door het voorjaarsgroen, met kleintjes in hun armen.

Als het platteland overgaat in de stad volgt een kilometerslange verwoesting waaruit af en toe een rookpluim opstijgt. Pla fonds en vloeren puilen uit flatgebouwen naar buiten. Over al staan karkassen van wagens. Een vrouw in een zwarte abaya steekt in een poging tot verkoop een pakje papieren zakdoekjes uit naar de enkele auto die passeert. Ze is een onwerkelijk teken van leven tussen de brokken puin en de opengereten gevels.

De afgelopen maanden hebben Majad en Anas de mij onbekende stad ingekleurd met hun verhalen. Ergens in deze vernielde wereld hoop ik hun jonge vriend Aboude te ontmoeten. We hebben elkaar al via...