Slaap is een buitenaardse planeet. Het is een afgelegen, op zichzelf staande plek die zich heeft onttrokken aan de dagelijkse besognes. Je werk. De huur. Een afspraak die je maar blijft uitstellen, de erbarmelijke staat van de wereld. De diepe, ongestoorde slaap is een knock-out, een vrijhaven waar de woelers, slapelozen en onrustige dromers dag en nacht naar verlangen. Je bent er verlost van de ruis en drukte, beschut tegen prikkels, verleidingen en onzekerheden.
Of ja, zo willen we er nog wel eens over denken. De realiteit is anders. Ook slapend zijn onze hersenen actief. Indrukken en invloeden dringen onze gedachten binnen en brengen veranderingen teweeg. De slaper (en daarmee de slaap) is kwetsbaar, veranderlijk, aan de tijdgeest onderhevig. En dat is niet nieuw. In de middeleeuwen sliepen we nog twee nachten, in plaats van één. In de droomachtige periode tussen de twee slaapfasen – de dorveille, een samenvoegsel van dormir, slapen, en veiller, waken – rakelden we de haard op, aten we wat en lazen we in de Bijbel. Pas met de komst van het kunstmatig licht en het verlengen van de avond veranderde de nacht in één blok rust.
Als dat lukt, tenminste. Anno 2025 knaagt de tijdgeest opnieuw aan de randen van de nachtrust. Aan de ene kant worden we eindeloos wakker gehouden door een wereld die nooit meer slaapt, met mails, notificaties en een media-aanbod dat zich altijd maar aanbiedt. Aan de andere kant worden we aangemoedigd om onze slaap te optimaliseren, om zelfs dan te presteren. Met apps, verzwaarde dekens, maskers, tape voor op je mond en magneten voor in je neus maken we van onze nachtrust een zoveelste project, vergelijkbaar met het trainen voor een marathon of het uitrollen van een nieuw CMS-pakket op je werk.
Als slaap ooit een buitenaardse planeet was, is het oppervlak nu veroverd door technologie en personal targets.
Het gevolg? Eén op de vijf Nederlanders kampt met slaapproblemen. We zijn veranderd in een samenleving die worstelt met de nacht, die nog steeds, alweer, altijd wakker is. Hoe komen we tot rust in een rusteloze wereld?
In dit nummer
Interview met Oxfam-directeur Michiel Servaes
Over de toestand in Gaza en hoe zijn hulporganisatie daar mensenlevens probeert te redden zonder ruggensteun van de Nederlandse regering.
Stationsgebied Frankfurt
Hoe het financiële hart van Europa tegelijk ook de heroïnehoofdstad van Duitsland is. Een reportage van Jonah Falke.
Suiker, zout en vet
Een onderzoeksverhaal over hoe voedselfabrikanten wereldwijd gebruikmaken van marketingstrucs uit de tabaksindustrie om mensen massaal verslaafd te maken aan bewerkt voedsel.
Thema: Iedereen slapeloos
Met een verhaal van Tom Grosfeld over de slaapindustrie en alle technologische snufjes die maken dat we steeds meer inzicht krijgen in onze slaapprestaties. Zo komt er steeds meer druk te liggen op goed slapen – waardoor we juist niet kunnen slapen.
In het essay ‘Fokking moe’ komt psycholoog Thijs Launspach met een mogelijke oplossing voor onze rusteloosheid, namelijk: níet tot rust proberen te komen. Klinkt tegenstrijdig, maar dat is ook de bedoeling.
Slapeloosheid is ook een politieke strategie, blijkt uit een verhaal uit Den Haag. Politici die met weinig nachtrust toe kunnen, zijn ontegenzeggelijk in het voordeel. En waarom zou je daar geen gebruik van maken?
En natuurlijk de columns van de stemmen van Vrij Nederland: Hannah Prins, Nicolaas Veul, Amber Wiznitzer, Chard van den Berg, Hans Stegeman en vanaf deze maand ook Teun van de Keuken!