Interview Hirokazu Kore-eda

‘Ik ben leeg van binnen,’ zegt het meisje, en de oude man zegt: ‘Ik ook.’ Hij is gedumpt in een perkje omringd door grauwe Japanse hoogbouw. Het meisje bedoelt het letterlijker dan hij – ze is een tot leven gewekte opblaaspop en bestaat bij de gratie van lucht. Haar huid is glad, op de weggeschminkte naden na. Haar blik is wijdopen, haar wandelpas onwennig. Door te ontwaken kreeg ze een hart. Nu wil ze, als een moderne Pinokkio, een echt mens worden. De gewone stervelingen in Hirokazu Kore-eda’s nieuwste film Air Doll lijken juist hun menselijkheid te hebben afgelegd, door die te verwaarlozen of tot parodie te maken, zoals de eigenaar van de pop, die zijn ex-vriendin verving door latex.

Air Doll is gebaseerd op een manga van twintig pagina’s. ‘Maak daar een film van,’ zegt de Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda in een Rotterdams hotel, ‘en je bent binnen tien minuten door je materiaal heen. Het kostte me een decennium om het basisidee uit te diepen.’

Dat...